Over ‘empaths’, grenzen en verantwoordelijkheden

Er is iets dat elke ‘empath’* op enig moment gaat inzien, wanneer hij/zij eenmaal actief aan de slag is gegaan met oprechte zelfreflectie, eerlijke introspectie en bewuste persoonlijke groei en ontwikkeling:

het gaat, in de verbindingen die een empath aangaat met anderen en de dingen waar hij/zij dan tegenaan loopt, allemaal om persoonlijke en interpersoonlijke grenzen, en verantwoordelijkheden dáár plaatsen en laten waar ze thuis horen: die van de ander bij de ander, die van jezelf bij jezelf.

Lieve empath,

Het is niet jouw taak als ‘boksbal’ voor de triggers, pijnpunten en schaduwkanten van een ander te fungeren. Je hoeft niemand te ‘redden’ en je hoeft niemands ‘voetveeg’ te zijn, noch iemands energetische tankstation of ‘emotionele kliko’ waar maar in gedumpt kan worden al naar gelang de behoeften van de ander.

Jouw taak is zelf de verantwoordelijkheid nemen voor jouw eigen welzijn. En dat behelst: je grenzen kennen, stellen en bewaken en werken aan je éigen triggers, pijnpunten en schaduwkanten.

Verbindingen waarin emotionele chaos, leegloop aan energie en toxiciteit hoogtij vieren worden stuk voor stuk gekenmerkt door de afwezigheid van duidelijke persoonlijke en interpersoonlijke grenzen die bewaakt en gerespecteerd worden, verstrikkingen omtrent misplaatste verantwoordelijkheden en een veelvoud aan projecties van éigen wonden, pijnpunten en andere schaduwaspecten op de ander, al dan niet over en weer.

Niemand zal ooit een ander kunnen veranderen.
Jouw ‘job’ is niet het sleutelen aan een ander.
Jouw ‘job’ is aan de slag gaan met jezelf, zodat jíj gezond in verbindingen kunt gaan staan, met bewustzijn omtrent al deze dingen, een gedegen dosis zelfkennis en eerlijke introspectie zonder vooringenomenheid, en voldoende kracht om je éigen verantwoordelijkheden te dragen – en die van de ander bij de ander te laten.

*) De term ‘empath’ wordt in Engelstalige literatuur gebruikt om te refereren aan mensen die in staat zijn de emoties van anderen in het eigen lichaam/systeem te ervaren. Het is van belang deze term niet te verwarren met het woord ‘empathisch’, dat refereert aan de eigenschap empathie voor anderen te kunnen voelen. Een ‘empath’ zijn is niet de overtreffende trap van empathisch zijn. In de woorden van psychiater Judith Orloff: “Being empathetic is when your heart goes out to someone else; being an empath means you can actually feel another person’s happiness or sadness in your own body.”

© Sharon Kersten, 1 mei 2021


Onthaasten

Ik schreef onderstaande tekst op 3 april 2012, inmiddels alweer 9 jaren geleden.
Maar het is nooit niét actueel en is in deze periode misschien wel belangrijker dan ooit tevoren.


In de waanzinnige snelheid en drukte van de wereld waarin we vandaag de dag leven, is ‘onthaasten’ en bewust momenten van rust creëren een groot goed voor wie in balans wil blijven.

Het reduceren en reguleren van prikkels, het stellen, aangeven en bewaken van je grenzen, het niet meer meedoen aan de gekte van ‘altijd maar bereikbaar zijn’: het zijn allemaal geen ingrediënten van een ‘luxe-statement’ maar is niks minder dan pure noodzaak voor wie uitgerust is met een hoogsensitief systeem en niet overvoerd en gevloerd wil raken.

Onthaasten, om jezelf niet kwijt te raken.
Onthaasten, en je herinneren dat je levensdagen niet gemaakt zijn om continu onder spanning van ’to do klusje’ naar ’to do klusje’ te rennen.
Onthaasten, om in balans te blijven, met je energetische lichaam ín je fysieke lichaam – in plaats van ergens daar buiten zwevend omdat het ín je fysieke lichaam voor je energetische lichaam gewoon niet te doen is als je de hoeveelheid prikkels geen halt toeroept.
Niet meer altijd bereikbaar zijn, om een prettiger mens te zijn wanneer je er wél bent.
Prikkels reguleren, omdat je systeem ook tijd nodig heeft om alle prikkels te verwérken.
Het roer (weer) zelf in handen nemen en doen wat goed is voor joú, in je eigen tijd en tempo, of de buitenwacht dat nou snapt of niet.
Onthaasten.
Afbouwen.
Minder ruimte voor de waan, meer ruimte voor jezelf.

En je herinneren: “Nee” is ook een antwoord.

☼ © Sharon Kersten, 3 april 2012


“I love not man the less, but Nature more”

12 mieren op een blad, gepositioneerd in 4 groepjes van 3 rondom een waterdruppel.

Door de specifieke verdeling in 4 groepjes zorgen de mieren ervoor dat de waterdruppel in balans blijft, waardoor deze niet van het blad af rolt. De mieren werken samen en verdelen het water gelijkmatig onder allen, zodat elk een gelijk deel krijgt.


Hoe langer ik hier in deze maffe ervaring genaamd ‘leven op Aarde’ rondloop, hoe meer het me begint te dagen dat de soort genaamd ‘mens’ misschien wel tot de minst intelligente wezens op Aarde behoort.

De mens meent ‘slim’ te zijn en kijkt neer op allerlei vormen van leven die hij als ‘minder intelligent’ beschouwt maar is, op de keper beschouwd, in veel opzichten vooral enorm hoogmoedig, arrogant, leidend aan grootsheidswaanzin en aan een superioriteitscomplex dat zijn weerga niet kent, laatdunkend neerkijkend op allerlei andere levenssoorten die een hoge mate van intelligentie aan de dag leggen, terwijl hij zijn eigen habitat – op macroniveau én op microniveau – structureel beschadigt, sloopt, vergiftigt en om zeep helpt.

Wat een gigantische kosmische grap – en een enorm hard gelag – zou het zijn als na ons leven in deze ervaring genaamd ‘leven op Aarde’ zou blijken dat deze dimensie niet aan ons toebehoort, maar aan de organismen die wij kennen als ‘dieren’ en ‘planten’…
Als dan duidelijk zou worden dat wij hier slechts wat mochten rondwandelen opdat middels onze acties onomstotelijk duidelijk zou worden hoe het gesteld is met onze vermeende ‘ontwikkeling’ en ‘intelligentie’ en waar wij ons nou eigenlijk werkelijk op het pad van groei en bewustwording bevinden…

Wat als ‘karma’ straks het gezicht blijkt te hebben van alle planten die we vertrapt en vergiftigd hebben en alle dieren waar we compleet achteloos mee om zijn gegaan, alles grosso modo zonder een greintje respect voor het leven en het bewustzijn dat zij belichamen en alles dat zij ons geven?

Wat hebben we een gigantische schade aangericht, als mensen.
Wat zijn we ongelooflijk stupide, kortzichtig en egoïstisch bezig geweest. Egocentrisch. Arrogant. Mis-handelend. Tiranniek. En vérre van intelligent.

Hoe meer tijd er hier verstrijkt, hoe duidelijker zichtbaar wordt ‘waar mensen staan’, hoe kortzichtig en weinig intelligent velen van deze soort zijn en met hoe weinig respect voor leven en **het natuurlijke** de meeste mensen leven.

En ik realiseer me opeens heel scherp: van wezens die, op talloze manieren, het niet-natuurlijke verkiezen boven het natuurlijke kan niet verwacht worden dat zij ooit goed zorg zullen dragen voor de Natuur en alle leven dat daar deel van uitmaakt.
Het natuurlijke lijdt, en masse, onder de waan van mensen die hun eigen connectie met het natuurlijke zijn kwijtgeraakt. Van zoiets kan nooit iets goeds komen. Waar leven niet geëerd wordt, kan alleen het pad van verval, verderf en dood bewandeld worden.

Ik heb altijd een groot hart gehad voor mensen, in velerlei ‘soorten en maten’ en van allerlei allooi en pluimage. Maar hoe langer ik hier rondloop, hoe meer ik me thuis voel niet bij mensen maar bij planten en dieren, en hoe meer ik wil samenzijn met en opgaan in de Natuur. Al het andere schijnt me meer en meer toe als niks minder dan totale, collectieve waanzinnigheid.

Na al mijn omzwervingen en ervaringen in deze merkwaardige ervaring die ‘leven op Aarde’ heet, kom ik meer en meer uit op de woorden waarmee George Gordon Byron zijn ervaringen eens beschreef. Na 46 jaren op ‘Aarde’ geldt voor mij steeds meer: ‘I love not man the less, but Nature more’.

💚

There Is Pleasure In The Pathless Woods

There is a pleasure in the pathless woods,
There is a rapture on the lonely shore,
There is society, where none intrudes,
By the deep sea, and music in its roar:
I love not man the less, but Nature more,
From these our interviews, in which I steal
From all I may be, or have been before,
To mingle with the Universe, and feel
What I can ne’er express, yet cannot all conceal.

– George Gordon Byron

☼ © Sharon Kersten, 28 april 2021


Midwinter, Sol-stasis & Sol Invictus: de wedergeboorte van het Licht

Op 21 december, nu vier dagen geleden, was het op het Noordelijk halfrond Midwinter.
Het was het etmaal waarin de nacht het langst was, de dag het kortst was en de winter officieel begon.

Midwinter (ook wel het wintersolstitium of de winterzonnewende genoemd) wordt altijd gevolgd door een aantal dagen waarin de Zon lijkt stil te staan: de dagen van Sol-stasis. Kijken we die dagen vanaf het Noordelijk halfrond naar de baan van de zon, dan lijkt Sol, de zon, in stasis te zijn: in een staat van bewegingloosheid. Die staat van ogenschijnlijke bewegingloosheid eindigt vervolgens altijd op (ongeveer) 25 december, wanneer – kijkend vanaf het Noordelijk halfrond – weer duidelijk zichtbaar is dat de hoeveelheid zonlicht per etmaal weer toeneemt en dat de Zon weer aan het ‘winnen’ is.

25 december is het jaarlijkse moment van Sol Invictus, de onoverwonnen zon die het weer gewonnen heeft van het donker en dan aan zijn zegetocht langs de hemel begint. Het is de overwinning van het Licht op het donker, een moment van vreugde en nieuwe hoop – want nu de Zon weer gewonnen heeft, weten we dat het leven weer voort kan gaan. Zonder Zonlicht immers geen leven, geen groei van gewassen én geen groei in termen van bewustwording – want in de stralen van de Zon ligt veel méér dan alleen maar licht, warmte en levenskracht besloten: het licht dat van onze Zon afkomstig is, bevat informatie die ’tot ons komt’ met elke lichtstraal die onze ogen bereikt en via die wijze ons systeem binnenkomt.

Het immense belang van de Zon, voor het leven hier op Aarde, wordt al erkend zolang er mensen op deze planeet rondwaren. En dat rond deze dagen in het jaar de Zon, het Licht, zegeviert op het donker, werd al gevierd ver voordat georganiseerde religies hun intrede deden.

Volkeren die nauw verbonden zijn met de Natuur en haar cycli hebben het moment van ‘zege’ van de Zon altijd gevierd. Zij wisten als geen ander hoe enorm belangrijk de Zon en het Zonlicht zijn – voor hun gewassen, voor het leven van talloze wezens, voor hun innerlijke processen én voor de spirituele aspecten van hun leven en bestaan. Landbouwers, jager-verzamelaars, degenen die hen voorgingen: allen wisten hoe ontzettend belangrijk de Zon was en eerden en vierden om die reden de terugkeer van het Zonlicht.

Sol Invictus, ‘de onoverwonnen zon’, werd in 274 na Christus de officiële zonnegod van het latere Romeinse Rijk. Keizer Aurelianus besloot ‘Sol Invictus’ toen tot een officiële cultus in het Romeinse Rijk te maken en dat deed hij op… 25 december van dat jaar. Er stonden toen echter al meerdere tempels in Rome die aan Sol gewijd waren; Rome heeft doorlopend een cultus van de Zon gekend, net zoals ook het oude Egypte een lange traditie van Zon-verering kende.

Het Christendom, erg bekwaam in het ‘recyclen’ van elementen van reeds bestaande gebruiken en rituelen die hun wortels in heel ándere tradities hebben, heeft diverse elementen van de zonnecultus geadopteerd. Hierdoor kreeg Christus een ‘zonnekroon’, werd het zonnerad of zonnewiel een Christussymbool en viert men binnen het Christendom de ‘geboorte’ van een ‘kindje’, op 25 december – op het moment waarop de Zon weer ‘wint’, het Licht het donker overwint en er, daardoor, weer nieuw leven, nieuwe groei en nieuwe bewustwording mogelijk wordt.

25 december is de dag van het Licht dat ‘wint’.
Het is het moment van Sol Invictus, de onoverwonnen Zon die aan zijn zegetocht langs het hemelgewelf begint.
Het is het moment waarop er een nieuwe Zonnecyclus start, rijk aan nieuwe kansen tot groei & bloei.
Een dag om bij stil te staan, in vrede en met vreugde en dankbaarheid, beseffend dat er zonder het Licht van de Zon maar bar weinig mogelijk zou zijn hier op Aarde.

Ik wens je een mooie, vruchtbare nieuwe Zonnecyclus toe, vol Licht en Zonnestralen.
Fiat Lux! ☼
… en laat ook joúw Licht schijnen! ♥

☼ ♥ © Sharon Kersten, 25 december 2020


Je hebt geen New (c)Age of externe redder nodig. Het gaat om jou, hier, nu.

Nu meer en meer New (c)Age ‘grootheden’ zich opwerpen als voorstanders van pro-establishment maatregelen die in veel gevallen haaks staan op wat de ‘grootheden’ zelf zoal gepredikt hebben, zou velen duidelijk moeten worden wat ik en vele anderen met mij al jaren lang roepen: de New Age beweging is een beweging die doelbewust gecreëerd is om mensen te misleiden. *)

Slim inspelend op de menselijke behoefte aan zingeving en spiritualiteit in tijden van ontzuiling, heeft de New Age beweging de afgelopen decennia op structurele basis via de sandwichmethode (een laagje waarheid, een laagje leugen, een laagje waarheid) bizarre verdraaiingen aan spirituele waarheden gegeven, waar velen klakkeloos in mee zijn gegaan – omdat het allemaal zo mooi en fantastisch klonk: alles zou uiteindelijk alleen maar ‘licht en liefde’ zijn en er zou weldra een ‘gouden tijd’ aan komen, een fantastische ‘nieuwe wereld’ die het gevolg zou zijn van een ‘kwantumsprong in bewustzijn’ die de hele mensheid ‘5D’ in zou katapulteren.

Begint het iemand inmiddels te dagen dat de binnen New Age gelederen zo bezongen ‘nieuwe wereld’ een kreet is die twee woorden bevat die ook in de kreet ‘nieuwe wereld orde’ voorkomen?
Dat de ‘New Age’ beweging een new CAGE is, wéér een begoocheling, wéér een ‘kooitje’ waarin mensen zich hebben laten ‘parkeren’, wéér een wortel die mensen is voorgehouden om onderwijl heel ándere plannen ten uitvoer te brengen? – plannen waar wij machteloos tegenover staan zolang we menen dat alles ‘licht en liefde’ is, ‘alles goed komt’, ‘verlichting nabij is’, de mensheid weldra een ‘kwantumsprong in bewustzijn zal gaan maken’ en we passief toekijkend wachten op het moment waarop één of andere ‘redder’ ons opeens een ‘prachtige nieuwe wereld’ zal gaan geven…

Als we echte, wezenlijke veranderingen willen die gezondere tijden mogelijk maken, zullen we het zélf en samen moeten doen en zal de verandering in óns moeten beginnen, in het concrete hier en nu – niet alleen in termen van bewustwording maar ook in termen van actie.

Het wachten op een ‘externe redder’ is een diepgewortelde programmering die het écht in onze eigen kracht en soevereniteit stappen belemmert – zoals elke georganiseerde religie maar al te goed weet.

Ons welzijn in handen leggen van een ‘vadertje Staat (of welke externe autoriteit ook) die het beste met ons voorheeft’, is ook zo’n diepgewortelde programmering – ééntje die ons zelfstandig denk- en onderscheidingsvermogen in slaap sust, ‘slaafs gedrag’ in de hand werkt, onze soevereine kracht ondermijnt en ons enorm manipuleerbaar maakt.

Menen dat uiteindelijk ‘het goed altijd wint van het kwaad’ is nog zo’n diepgewortelde programmering – ééntje die ons in afwachtende passiviteit vasthoudt terwijl het ons ‘hopium’ geeft: een hoop die onze actie verlamt en die ons kostbare tijd laat verspillen met ‘in hoopvolle afwachting zijn’.

Menen dat ‘alle mensen in wezen goed en hetzelfde zijn’, is een andere diepgewortelde programmering die velen misleidt. Het is er één die aantoonbaar niet op waarheid berust en die bijdraagt aan het verkeren in een staat van ‘hopium’. De geschiedenis staat bol van gebeurtenissen die het tegendeel van deze programmering al ruimschoots hebben aangetoond.

Je hebt geen ‘open derde oog’ nodig om de realiteit van de stand van zaken in deze aardse realiteit te kunnen zien.
Je twee fysieke ogen goed openen is stap 1 van welke gewenste positieve verandering ook.
We moeten het zélf doen, samen met elkaar, wij ‘gewone mensen’.
In het HIER en NU.
In en vanuit onze eigen kracht.
Startend op het vierkante metertje waarop we ons bevinden.

Zoals Melissa Etheridge al zong: We are the ones we’ve been waiting for”.

*) Neem niks van mij aan, maar doe je eigen onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van de New Age beweging. Daar is van alles over te vinden online. Een waarschuwing daarbij: wees bereid een aantal wellicht diepgekoesterde denkbeelden los te laten. En weet: spiritualiteit is géén synoniem van ‘New Age’. Spiritualiteit is in joú te vinden, vanuit het aardse hier en nu, op je eigen vierkante metertje. Jij. Hier. Nu.

☼ © Sharon Kersten, 28 oktober 2020


De wedstrijd

Uiteindelijk spelen we allemaal dezelfde wedstrijd, vaak vele decennia lang: de wedstrijd om gezien te worden… erkend te worden… voor wat we kunnen, maar vooral: voor wie we zijn.
“Kijk dan!”
“Zié mij dan!”
“Zié eens wie ik ben – en hoe graag ik juist door jou gezien wil worden en erkend wil worden zoals ik ben.”

Het is de wedstrijd waarvan de inzet erkenning is. De wedstrijd die al begon in onze kinderjaren en die we vervolgens nog héél lang en vaak spelen, bewust, minder bewust of onbewust, soms te pas en te onpas, vaak met de mensen die ons het meest dierbaar zijn.

Het is de wedstrijd die we telkens weer aangaan met anderen, waarbij er in veel gevallen uiteindelijk alleen maar verliezers zijn. De wedstrijd “die je niet winnen kan… en het gaat maar tegen één man”, zoals Bram Vermeulen zong.

Pas wanneer we inzien dat we deze wedstrijd steeds weer opnieuw pogen uit te spelen tegen iemand búiten onszelf en dat deze per definitie niet gewonnen kan worden omdat een ander ons nooit kán zien en erkennen zoals wij ten diepste graag gezien en erkend willen worden, kunnen we onze verwoede pogingen om de wedstrijd te winnen, gaan staken.

Pas wanneer we onszelf het ‘zien’ en de erkenning gaan geven waar we zo naar snakken, kunnen we stoppen met de wedstrijd die nooit gewonnen kan worden – die wedstrijd tegen maar één man (of vrouw), die helemaal niet ‘gewonnen’ hoeft te worden, maar gestaakt en afgelast mag worden…

Het lied ‘De Wedstrijd’ van Bram Vermeulen vind je hier.


☼ © Sharon Kersten, 27-08-2020


Opeens zag ze het

Opeens zag ze het, kraakhelder:
dat het nooit had kunnen werken,
dat ze nooit had kunnen slagen
en dat het nooit had moéten lukken.

Dat er waarheid in die spreuk lag:
‘Rejection is God’s protection’
en dat ergens kunnen zijn
nog niet betekent dat je er moet blijven.

Dat het doel soms helemaal niet is dat iets lukt
maar dat er iets geleerd wordt uit dat wat niet lukt.
Dat ‘mislukken’ soms precies is
wat nodig is om bewuster en wijzer te worden.

Opeens zag ze het, loepzuiver:
hoe alles wat mislukt leek, in wezen helemaal klopte.
Hoe ze faliekant gefaald had in wat ze wilde realiseren
en hoe dat niet anders had kúnnen verlopen dan het gegaan was.

Hoe ze heel hard had gewerkt om gezien te worden
in een omgeving waarin ze volledig onzichtbaar was.
Hoe ze duizenden woorden had gesproken om gehoord te worden
in een taal die niemand om haar heen überhaupt kon verstaan.

Opeens zag ze het, toen alle sluiers neergingen:
hoe ze maandenlang vergeten was wie zíj ook alweer was
en hoe ze daardoor verworden was
tot een schim van zichzelf
die haar vanuit de spiegel aankeek
met grote ogen vol verbazing.

Opeens zag ze het, wat haar een hele tijd ontgaan was
doordat ze zo was opgegaan in haar best doen
om maar te slagen in haar goede intenties:
hoe ze had gepoogd te zijn wat ze helemaal niet is,
zoals wanneer je een stervormpje
in de uitsparing voor een driehoekje probeert te duwen,
of wanneer je een vis probeert te laten lopen,
of een hond probeert te laten vliegen.

Opeens zag ze alles, zonder de vervormingen die waren opgetreden
en toen ze het eenmaal allemaal zag,
zo helder als het maar gezien kon worden,
scheen alles haar zo absurdistisch toe
dat ze uitbarstte in een schaterlach.

Er was van alles ‘mis’ gelopen,
maar het klopte allemaal volledig.
Niks was wat het had geleken
en alles was precies zoals het moest zijn.

Ze moest denken aan Shakespeare’s woorden:

“All the world’s a stage,
And all the men and women merely players;
They have their exits and their entrances,
And one man in his time plays many parts”


Eenieder had zijn rol met verve gespeeld
en had precies gedaan wat nodig was
en dat had alle betrokkenen exact gebracht
wat ervaren, beleefd en geleerd moest worden,
ook al zou menigeen dat pas veel later gaan beseffen.

Ze zag het nu, en wist het weer:
de afspraken waren nagekomen,
de geschenken uitgewisseld
en de contracten vervuld.

Het was goed zo, precies zoals het was.
Ze kon weer zien.
Ze wist het weer.


☼ © Sharon Kersten, 12-10-2020

Loslaten

In deze intense tijden worden velen van ons geconfronteerd met processen van loslaten. Visies, conditioneringen, levenswijzen, gedachtegoed, manieren van zijn en manieren van dingen doen: er wordt massaal van alles losgelaten.

Hand in hand daarmee zien velen zich nu ook geconfronteerd met het moeten loslaten van mensen – mensen met wie we eens van alles deelden, beleefden en gemeen hadden, maar met wie we nu nog onvoldoende ‘common ground’ ervaren om nog langer samen door één deur te kunnen gaan op een wijze die voor beide partijen prettig of acceptabel is of die beide partijen recht doet.

Deze loslaatprocessen zijn vaak allesbehalve makkelijk – en in veel gevallen ronduit moeilijk, pijnlijk en verdrietig makend. Maar soms is laten gaan de keuze die het meest van liefde en respect getuigt – méér dan per se willen vasthouden en zo in fricties verstrikt raken die alleen maar tot verkrampingen en ‘gevechten’ leiden.

Liefde en respect betekent soms ook: loslaten.
Zodat er weer ‘lucht’ kan komen en beide partijen weer het ‘Lebensraum’ krijgen dat zij, ieder voor zich, verdienen.

Wijsheid is weten wanneer los te laten.

En loslaten in rust, met vrede in je hart, ís mogelijk.
Ook al lijkt dat soms niet zo en kan het even duren voordat je zo ver bent….

Liedje: ‘Elk einde is een nieuw begin‘.

☼ © Sharon Kersten, 26-08-2020, toen gepubliceerd op deze Facebookpagina (die niet meer actief is sinds ik in 2021 met Facebook ben gestopt).


Zij…

Ik wist het wel, dat ze een rol in zijn leven speelde, maar ik had geen idee hoe groot haar rol was.

Ik wist van haar bestaan; daar had hij nooit over gezwegen.
En ik geloofde hem toen hij me zei dat niet zij, maar hij de regie in handen had.
Dat hij controle over haar had. En dat haar invloed op hem wel meeviel.
Ik geloofde hem, toen hij dat zei.
Omdat ik hem wílde geloven.
Omdat ik mensen op hun woord wil kunnen geloven, ook al is me dat in dit leven al vaak duur komen te staan.

Ik wist van haar bestaan en ik wist dat ze regelmatig tijd samen doorbrachten, vaak met name in de kleine uurtjes.
En eigenlijk heb ik ook altijd wel geweten dat hij méér tijd met haar doorbracht dan hij mij vertelde, meer uren en op meer momenten in de week dan hij beweerde, maar hij vertelde me telkens dat het allemaal geen kwaad kon en geen bedreiging was voor ons, en ik koos ervoor hem te geloven.
Als ik hem niet op zijn woord kon geloven, wat hadden we dan überhaupt samen?

Ze bleek echter wel degelijk een bedreiging te zijn. Op allerlei manieren die ik niet had voorzien – manieren die ik niet had kúnnen voorzien, aangezien ik niet eerder met dit bijltje had gehakt.

Ze lag niet met hem in bed, maar kaapte wel zijn geest.
Ze deed niets dat ik ‘overspel’ zou kunnen noemen, maar berokkende wel schade op vele fronten.

Ze vertroebelde zijn geest, structureel.
Ze vormde een aanslag op zijn fysieke gestel, op zijn nachtrust en op zijn gemoedsrust.
En ze voedde zijn angsten en onzekerheden, hetgeen zich meer en meer tegen míj ging keren.

Onder haar invloed werd ík steeds meer als ‘de vijand’ gezien.
Door haar invloed ging hij kwaad spreken over míj, omtrent zaken waar ik part noch deel aan had en die alleen maar aan háár influisteringen ontsproten waren – aan haar influisteringen en de sabotage-acties die híj daardoor in onze relatie bracht.

De mensen tegen wie hij zich negatief over mij uitte, wisten echter niets van de schaduwen op de wand die hij meende te zien, onder invloed van haar.
Zij wisten niets van de spoken in zijn geest die zíj liet uitgroeien tot monsters.
Zij wisten niet dat zijn smaad over mij slechts berustte op door háár gecreëerde hersenspinsels en de acties waar zij hem toe aanzette, gericht tégen mij.

Listig als ze was, plantte ze zaadjes van verderf en wantrouwen in zijn geest en bouwde ze in stilte aan schimmen die hem uit zijn slaap hielden.
En langzaam maar zeker wist ze het zo te draaien dat hij mij als een vijand, een bedreiging ging zien – een bedreiging van de status quo van wat zíj met elkaar hadden.

Hoe meer tijd hij met haar doorbracht, hoe vermoeider hij werd en hoe slechter hij eruit ging zien.
En hoe meer hij haar aan zijn lippen liet komen, hoe verwarder hij werd en hoe meer moeite hij kreeg met in het hier en nu aanwezig zijn wanneer ík bij hem was.

Steeds vaker sprak hij kwetsende woorden en deed hij rare dingen, onder invloed van haar.
Dingen die absoluut niet oké waren, maar die ik vaak met de mantel der liefde bedekte en liet passeren – niet altijd, maar vele malen vaker wel dan niet.
Slechts wanneer het écht niet door de beugel kon wat er onder haar invloed gebeurde, gaf ik tegengas.
Maar vele malen zweeg ik liever, omdat ik zo graag de liefde wilde laten winnen, en wilde laten zien dat mijn liefde wél echt was – in tegenstelling tot wat zij hem wijsmaakte.

Maar hoe groot de mantel der liefde ook was die ik over hem en ons heen spreidde, telkens weer: het mocht niet baten.
Zij, met haar verleidelijke vormen en listige streken, won steeds meer terrein.
En hij had het niet door. Zag het niet. Of wílde het misschien niet zien…

Hoe het ook zij: zíj had hem in haar macht en de liefde die hij voor mij had sneuvelde onder haar invloed meer en meer.
Hij werd harder, steeds harder. Botter. Steeds kwetsender.
De empathie die eens in hem was brokkelde steeds verder af, terwijl het egocentrisme groeide.
Logisch, zie ik nu: zíj was gebaat bij zijn egocentrisme, en zeker niet bij empathie naar anderen.

Waar ik probeerde dingen een gezondere richting op te sturen door hem tot inzichten en groei aan te zetten, keerde zij zich steeds feller tegen mij. Uiteraard: zij was fel gekant tegen elke verandering ten goede die voor háár verhouding met hem het einde zou betekenen…

Zij was duidelijk niet blij met mijn aanwezigheid in zijn leven en naarmate de tijd verstreek begon ze hem steeds meer te manipuleren en zijn geest steeds meer te vergiftigen.

Onder haar invloed begon hij steeds meer leugens te vertellen.
Werd ik steeds vaker zwartgemaakt, terwijl zij volledig buiten schot werd gehouden.
En nóg bedekte ik hem met mijn mantel der liefde, omdat ik zag wie hij óók was, op de zeldzame momenten waarop zij niét aan de touwtjes trok.

Hij had me gezegd dat het allemaal wel meeviel.
Dat zij geen bedreiging was.
En dat hij de controle over haar had.
Maar niks was minder waar, weet ik nu.

Zij heeft altijd álle controle gehad.
En hoe meer ik zijn hart aanraakte en zijn ziel beroerde, hoe feller zij ging strijden om hem voor haarzelf te behouden.

Door haar toedoen is de liefde kapot gemaakt – zó vaak gekwetst en geschoffeerd dat de liefde uiteindelijk niet anders meer kón dan met een gebroken hart en haar mantel en ziel onder de arm het pand verlaten.

Waar zij heerst, kan liefde niet leven, niet winnen.
Waar zij heerst, worden alleen maar mensen diepgaand gekwetst en beschadigd en kunnen harten niet anders dan sneuvelen.
Waar zij heerst, wordt alles dat goed is kapot gemaakt.

Zij, met haar verleidelijke vormen, haar bedwelmende aard en haar vertroebelende effect…

Zij, de listige verleidster die haar prooi kost wat kost wil vasthouden in het alles verwoestende web waar zij hem in gevangen heeft…

Zij, de giftige verleidster genaamd Alcohol.


© Sharon Kersten, 22-09-2020

Op 8 oktober 2020 gepubliceerd, na schriftelijk akkoord van ‘hem’ die ik met heel mijn hart toewens dat hij de kracht en de moed gaat vinden zich van ‘haar’ te ontdoen. Ik ben hem dankbaar voor zijn akkoord bovenstaande tekst te delen met een breder publiek, opdat velen er iets aan kunnen hebben.

Hoe ik er nu op terugkijk, lees je hier.


Je kunt een rups niet meenemen naar vlinderland

Well… you can try, but it’s a recipe for disaster.

Het wereldbeeld en de ervaringen van een vlinder zijn wezenlijk en diepgaand anders dan het wereldbeeld en de ervaringen van een rups. En hoewel een vlinder nog herinneringen kan hebben aan hoe het was een rups te zijn, is het onmogelijk een rups al te laten zien, weten of ervaren hoe het is een vlinder te zijn. De rups ís daar nog niet en kan zich van veel dingen die de vlinder al ervaren heeft nog totaal geen idee maken, simpelweg omdat deze behoren tot een andere ‘realiteit’ dan de realiteit van de rups.

Als de rups het pad van zijn evolutie volgt, doorgroeit en zich verder ontwikkelt, zal ook hij op een dag kunnen ervaren hoe het is een vlinder te zijn. Maar tot die dag spreken vlinder en rups in veel opzichten een totaal andere taal, gebaseerd op een compleet ander wereldbeeld en wezenlijk andere ervaringen.

Hoe graag we het als ‘vlinders’ soms ook zouden willen: we kúnnen ‘rupsen’ niet bij de hand pakken en meenemen naar de fase van groei, ontwikkeling en ‘evolutie’ waarin wij ons bevinden. Elke rups heeft zijn eigen pad te gaan en moet zélf willen uitgroeien tot vlinder en doen wat ervoor nodig is dat te laten gebeuren – zoals ook wij dat zelf hebben moeten doen. Pas dán zullen we ‘dezelfde taal’ met elkaar kunnen spreken en kan communicatie stromen zonder wederzijdse frustraties en zonder in ‘strijd over gelijk’ te ontaarden.

Aan alle ‘vlinders’ die het prachtige vlinder-potentieel kunnen zien dat de rups in zich draagt en die niets liever willen dan dat hun geliefde rups zo snel mogelijk de vlinder zal zijn die zij al kunnen zien, voelen en gewaarworden: je kunt je geliefde rups niet meetrekken naar ‘vlinderland’, hoe graag je dat ook zou willen. Sommige dingen hebben we zélf te doen, allemaal. En op het pad van evolutie en transformatie dat een rups in een vlinder transformeert kan geen enkele fase worden overgeslagen.

Wens je geliefde rups alle liefde toe die in je is, maar staak je pogingen de rups naar ‘vlinderland’ te trekken. Zo werkt het simpelweg niet. Nooit. Een rups kan nu, op dit moment, alleen maar de rups zijn die hij/zij nu is.
Het pad om een vlinder te worden is beschikbaar voor je rups, zoals dat voor elke rups beschikbaar is. Of dat pad genomen en volbracht gaat worden, kan alleen de rups zelf bepalen.

Je kunt de rivier niet duwen.
Je kunt gras niet sneller laten groeien door eraan te trekken.
En je kunt een rups niet meenemen naar vlinderland.
Hoe graag je dat ook zou willen.

❤️

☼ © Sharon Kersten, 11-06-2020


Translate »
error: Content is protected !!

Deze website maakt gebruik van cookies. Door gebruik te maken van deze website ga je hiermee akkoord. Meer informatie

Deze website maakt gebruik van essentiële cookies die als doel hebben de website goed te laten functioneren en van eenvoudige cookies die je in staat stellen de content van deze website te delen via een aantal social media platformen. Deze website maakt géén gebruik van cookies die aan advertenties of gerichte tracking-doeleinden gerelateerd zijn. Meer informatie over cookies en de bepalingen die daarover middels de Cookiewet zijn vastgelegd vind je op de pagina 'Cookieverklaring', te bereiken via de hyperlink 'Cookieverklaring' onderaan deze webpagina. Meer informatie over het cookie-gebruik van www.sharonkersten.com en de redenen daarvan vind je in de privacyverklaring, te bereiken via de hyperlink 'Privacyverklaring' onderaan deze webpagina. Door verder te navigeren op c.q. gebruik te maken van deze website ga je akkoord met het cookie-gebruik van www.sharonkersten.com. Als je niet akkoord bent met het cookie-gebruik van deze website word je vriendelijk verzocht geen gebruik te maken van deze website.

Sluiten