Become…

Me: Hey Source.
Source: Hello…..

Me: I’m falling apart. Can you put me back together?
Source: I would rather not.

Me: Why?
Source: Because you aren’t a puzzle.

Me: What about all of the pieces of my life that are falling down onto the ground?
Source: Let them stay there for a while. They fell off for a reason. Take some time and decide if you need any of those pieces back.

Me: You don’t understand! I’m breaking down!
Source: No – you don’t understand. You are breaking through. What you are feeling are just growing pains. You are shedding the things and the people in your life that are holding you back. You aren’t falling apart. You are falling into place.
Relax. Take some deep breaths and allow those things you don’t need anymore to fall off of you. Quit holding onto the pieces that don’t fit you anymore. Let them fall off. Let them go.

Me: Once I start doing that, what will be left of me?
Source: Only the very best pieces of you.

Me: I’m scared of changing.
Source: I keep telling you – YOU AREN’T CHANGING!! YOU ARE BECOMING!

Me: Becoming who?
Source: Becoming who you truly are! A person of light and love and charity and hope and courage and joy and mercy and grace and compassion. You are so much more than the shallow pieces you have decided to adorn yourself with that you cling to with such greed and fear. Let those things fall off of you. I love you! Don’t change! … Become! Become! Become who you truly are. I’m going to keep telling you this until you remember it.

Me: There goes another piece.
Source: Yep. Let it be.

Me: So … I’m not broken?
Source: Of course not! – but you are breaking like the dawn. It’s a new day. Become!!!

~ Auteur van de oorspronkelijke dialoog: John Roedel.

– – – – – – – – – –

(Tekst op een aantal punten wat aangepast door mij, aangezien ik geen fan ben van het concept van de ‘God’ van de monotheïstische religies die ons ‘gemaakt’ zou hebben (waar de oorspronkelijke auteur gebruik van maakte) maar ik een groot voorstander ben van het idee dat we allemaal ontspruiten aan ‘Source’ en dat we ten diepste zijn wat we altijd geweest zijn en altijd zullen zijn voorbij de illusies en beperkingen van het 3D-script waar we ons hier en nu in bevinden ~ Sharon)

Be. Here. Now.

Velen hebben ons er al op gewezen en toch is het vaak ontzettend moeilijk voor ons het te doén:
HIER
ZIJN,
NU.
In het nú zijn, in het enige moment dat er nu is en dat we nu werkelijk kunnen beleven.

“Remember that there is only one important time and it is Now.
The present moment is the only time over which we have dominion” schreef Leo Tolstoy.

“The point of power is always in the present moment” schreef Louise Hay.

Eckhart Tolle wijdde zelfs een heel boek aan ‘The Power of Now’.

Hoe je het ook wendt of keert: alleen in het nú kunnen we er echt, helemaal, zíjn.
Alleen in het nu kunnen we dat wat we hier en nu leven noemen werkelijk beléven.
Al het andere is een ‘mindgame’. En de mind die wij als mensen hebben is een meester in overal behalve in het hier en nu zijn, met name wanneer we het hier en nu als niet prettig ervaren.

Wanneer het hier en nu ons onzeker, angstig, verdrietig of onrustig maakt, verplaatsen we vaak heel rap onze aandacht naar een ander punt in de tijdlijn, vaak zonder dat we daar enige bewuste moeite voor doen en menigmaal zelfs zonder dat we dat echt goed in de gaten hebben. Het is wat gebeurt, wat ons ‘overkomt’, wanneer we onze mind het roer in handen laten nemen: we vestigen onze gedachten op prettigere momenten die hopelijk in de toekomst liggen, of we vervallen in mijmeren over voorbije dagen waarin dingen ‘beter’ waren. En hoewel we daar soms enige soelaas in kunnen vinden – of menen te vinden – is het een feit dat we op dat soort momenten niet met onze aandacht en ons bewustzijn dáár zijn waar we een verschil kunnen maken: in het nu, het enige moment waarop we een invloed kunnen uitoefenen.
Het hier en nu is het enige moment waarop we onze kracht kunnen aanwenden om dingen ánders te maken.
Aan het verleden kunnen we niets meer veranderen en de toekomst is altijd ongewis en op dit moment nog niet te kennen.

Alleen in het nu kun je iets doén dat een verschil kan maken – in situaties, ten aanzien van gemoedstoestanden die je beleeft en ten aanzien van gevoelens die je ervaart.

Alleen in het nu kun je er echt helemaal ZIJN en een verschil maken – op welk vlak dan ook en op wat voor wijze dan ook.

Alleen daar waar je volledig aanwezig kunt zijn, kun je je kracht, je focus en je energie aanwenden om een verschil te maken in de dingen die je ervaart.

De sleutel tot gewenste veranderingen is alleen maar in het hier en nu te vinden.
Hij ligt in jouw handen, in het hier en nu.

Terugblikken op het verleden kan behulpzaam zijn om dingen te evalueren, om een inventaris te maken van dingen die je zou willen behouden en dingen die je voortaan juist ánders zou willen doen of vormgeven en om je even te ‘laven’ aan fijne momenten die je reeds ervaren hebt en de mooie herinneringen die je daaraan hebt.

Fantaseren en visualiseren over de toekomst kan behulpzaam zijn om je visie voor de toekomst helder te krijgen en scherp te stellen, gevoelsmatig alvast een connectie te maken met ‘hoe het zou zijn als’ en een prettig gevoel op te roepen dat gekoppeld is aan een toekomstscenario dat je als fijn, plezierig, rustgevend en positief ervaart.

Maar wil je ook maar één ding van de prettige dingen die je voor jezelf wenst realiteit laten worden, dan heb je werk te doen in het hier en nu, precies in dit ene moment dat het NU is.

Alleen in het hier en nu kun je je kracht, je energie, je intentie en je aandacht aanwenden om een nieuwe realiteit te creëren. Dus stap 1 van wát je ook maar wenst voor jezelf, is héél bewust aanwezig zijn in het NU. Hier zijn, nu. Totaal. Met een radicale acceptatie van alles dat er NU is. Alleen vanuit dát punt kun je beginnen met bouwen aan iets nieuws.

Wie bouwt zonder te accepteren wat er nú is, riskeert luchtkastelen te bouwen die blijven ‘drijven’ in het luchtledige omdat ze niet geankerd zijn in het aardse moment van het nu, óf dingen te bouwen die scheef staan en vroeg of laat zullen gaan omvallen omdat ze niet gebouwd zijn op een solide en goed uitgelijnde fundering.

Radicale acceptatie van alles dat er NU is betekent niet dat je blij of tevreden bent met de dingen die er nu zijn, zoals ze nu zijn. Het betekent dat je accepteert, volledig, dat de dingen die er nu zijn ER NU ZIJN. Het betekent: niet wegkijken, niet je hoofd afwenden, niet je kop in het zand steken maar dingen áánkijken en tegen jezelf zeggen: “Ja, zo is het nu, dit is de stand van zaken nu en of ik het nu leuk vind of niet; dit is wat het nu is.” En dán… kun je je kracht, je energie, je aandacht, je intenties en je focus gaan aanwenden om te gaan bouwen aan iets ánders. Vanuit een totale acceptatie van het nu, waar alles nú is zoals het nu is en waar jij NU bent, heel bewust, heel aanwezig, helemaal ‘uit één stuk’.

Dus hoe het ‘hier en nu’ er nu ook uitziet voor je: bén er, ben HIER, NU, met alles dat in je is.
En ga vanuit hiér, nu, aan de slag met de kracht en de invloed die je gegeven is.

Jij bent de sleutel.
Jij. Hier. Nu.

❤️

☼ © Sharon Kersten, 17-04-2020

“Er moeten mensen zijn die zonnen aansteken…”

“Er moeten mensen zijn die zonnen aansteken
voordat de wereld verregent;
mensen die zomervliegers oplaten
als ’t ijzig wintert
en die confetti strooien tussen de sneeuwvlokken.
Die mensen moeten er zijn…

Er moeten mensen zijn die aan de uitgang van ’t kerkhof ijsjes verkopen
en op de puinhopen mondharmonica spelen.
Er moeten mensen zijn die op een stoel gaan staan
om sterren op te hangen in de mist,
die lente maken van gevallen bladeren
en van gevallen schaduw, licht.

Er moeten mensen zijn die ons verwarmen
en die in een wolkeloze hemel
toch in de wolken zijn,
zó hoog,
ze springen touwtje langs de regenboog
als iemand heeft gezegd:
“Kom maar in m’n armen”.

Bij dat soort mensen wil ik horen:
die op het tuinfeest in de regen blijven dansen
ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan.

Er moeten mensen zijn die op het grijze asfalt
in grote witte letters ‘LIEFDE’ verven;
mensen die namen kerven in een boom vol rijpe vruchten
omdat er zoveel anderen zijn die voor de vlinders vluchten
en stenen gooien naar ’t eerste lenteblauw
omdat ze bang zijn voor de bloemen
en bang zijn voor “ik hou van jou”.

Ja, er moeten mensen zijn met tranen als zilveren kralen
die stralen in het donker
en de morgen groeten
als het daglicht binnenkomt op kousenvoeten.

Weet je, er moeten mensen zijn die bellen blazen
en weten van geen tijd,
die zich kinderlijk verbazen
over iets wat barst van mooiigheid.

Ze roepen van de daken dat er liefde is, en wonder;
als al die anderen schreeuwen: “Alles heeft geen zin!”
dan blijven zij roepen: “Nee, de wereld gaat niet onder”
en zij zien in ieder einde weer een nieuw begin.

Zij zijn een beetje clown,
eerst het hart en dan het verstand
en ze schrijven met hun paraplu “I love you” in het zand
omdat ze zo gigantisch in het leven opgaan
en vallen
en vallen
en vallen
en opstaan.

Bij dat soort mensen wil ik horen:
die op het tuinfeest in de regen blijven dansen
ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan.
De muziek gaat door
De muziek
gaat
door…”

© Toon Hermans


Lightly child, lightly…

We leven momenteel in onrustige tijden, waarin we allemaal op ons nog compleet onbekend terrein lopen. Niemand van ons heeft dit ooit eerder meegemaakt. Niemand weet precies waar dit heen gaat en hoe de wereld er over een aantal weken, maanden of jaren uit zal zien. Niemand kan de ‘ultieme’ antwoorden geven die we nu zo graag zouden willen horen om een houvast te hebben.
Iedereen moet nu zelf een modus vinden in hoe om te gaan met deze tijd van transitie waarin we ons nu bevinden. En ieder doet dat op zijn of haar eigen manier.

Veel mensen die voorheen structureel tijd tekort kwamen en nu opeens meer ‘vrije tijd’ hebben dan voorheen, storten zich op allerlei nieuwe projecten. Ik zie mensen voortvarend aan de slag gaan om een nieuwe taal te leren; anderen die besluiten nu eindelijk eens dat boek te schrijven dat ze al zo lang in hun hoofd hebben; weer anderen die zich opeens op online business-ideeën storten vanuit een overtuiging dat ’the show must go on’ en een gespannen idee dat er nu kansen gepakt moéten worden die anders wellicht aan hun neus voorbij zouden gaan.

Mensen die geneigd waren altijd bezig te zijn, storten zich nu massaal op allerlei projecten en nieuwe activiteiten. Sommigen doen dat omdat ze dat oprecht prettig en leuk vinden; anderen omdat ze niet gewend zijn niét te rennen en ze heel onrustig worden wanneer ze hun pas vertragen.

Ieder heeft zijn eigen coping-mechanismen, eigen manieren om om te gaan met tijden die rijk zijn aan spanningen en uitdagingen. En het is van groot belang dat we ieder de eigen manieren láten die voor hen behulpzaam zijn. Juist in tijden van grote stress, spanning en/of crisis worden we compleet teruggeworpen op onszelf en een crisis kúnnen we alleen maar aangaan en overkomen door héél dichtbij onszelf te blijven, bij dat wat werkt voor ons – wat dat dan ook is.

Dus laat de ‘actievelingen’ actief zijn, als dat is wat hen nu helpt.
Laat de ‘renners en vliegers’ rennen en vliegen, als dat is wat hen helpt.
Laat de ‘activisten’ hun acties voeren, als dat is wat hen helpt.
Laat de ‘wereldverbeteraars’ die ogen van anderen pogen te openen doen wat zij nu doen, als dat is wat hen helpt.
Laat de ‘rebellen’ rebelleren tegen de dingen waar zij tegen ageren, als dat is wat hen helpt.
Laat degenen die ook in tijden van thuisisolatie een enorm druk sociaal leven onderhouden, nu middels de digitale verbindingsmogelijkheden, doen wat zij doen als dat is wat hen helpt.
Maar laat je niet wijs maken dat ook jij nu opeens van alles zou moeten doén, als je het gevoel hebt dat je daar nu helemaal niet toe in staat bent.

Aldous Huxley verwoordde het prachtig, in zijn boek ‘Island’:

“It’s dark because you are trying too hard.
Lightly child, lightly. Learn to do everything lightly.
Yes, feel lightly even though you’re feeling deeply.
Just lightly let things happen and lightly cope with them.”

En als je aan het einde van de dag tot de conclusie komt dat het enige dat je die dag gedaan hebt jezelf overeind houden was, weet dan dat dat helemaal oké is. Dat dat genoeg is. En dat dat van alle dingen die je zou hebben kunnen doen het aller-, allerbelangrijkste is.

☼ © Sharon Kersten, 07-04-2020

Fight-Flight-Freeze voorkomen: veiligheid en verbinding vinden in het ‘groene’ hier en nu

In onrustige tijden waarin we veel prikkels, veel onzekerheden, een grote mate van stress en veel spanningsvolle momenten te verduren krijgen, komen onze innerlijke systemen flink onder druk te staan. En dat doet een hoop met ons.
Op mentaal, psychisch en emotioneel vlak kunnen we dan te maken krijgen met gevoelens van overweldiging en een scala aan moeilijk te hanteren emoties en gemoedstoestanden, terwijl ons autonome zenuwstelsel – dat niet onder invloed staat van onze wil en bijna alle onbewuste functies en processen in het lichaam regelt – te kampen krijgt met specifieke veranderingen die kunnen optreden ten gevolge van een toename van stress.

Onderstaande afbeelding liet ik mensen tot nu toe alleen zien tijdens individuele consulten, wanneer hun specifieke individuele situatie daar aanleiding toe gaf. Vandaag heb ik echter besloten deze afbeelding hier te publiceren en er een blog aan te wijden, omdat de huidige periode zó rijk aan spanningen, onzekerheden en stress is dat deze informatie nu voor ons allemaal van waarde is – voor onszelf én voor de mensen om ons heen.

Energieën van onrust, onzekerheid, zorgen, stress en angst bewegen momenteel als grote golven door het collectieve veld heen en linksom of rechtsom, in meer of in mindere mate, krijgen we daar in deze periode allemaal op enig moment ‘een tik van mee’. Weten wat je kunt doen om ervoor te zorgen dat je zo veel mogelijk in een staat van relatieve ont-spanning kunt blijven verkeren, of weten wat je kunt doen om daarnaar terug te keren als je er even ‘uitgehaald’ bent, is van grote waarde in tijden als deze.

De afbeelding die je hier ziet maakt duidelijk wat er in ons gebeurt wanneer spanning, stress en/of opwinding ons uit een staat van ont-spanning halen (de groene zone) en we meer en meer terechtkomen in de zijnstoestanden waar we in ‘overlevingsmodus’ schieten (de rode en blauwe zone).

De groene zone: ont-spanning

Wanneer we ons in de groene zone bevinden, ervaren we een staat en een zekere mate van ont-spanning. Er kan dan evengoed wel wat sprake zijn van factoren die stress, spanning of opwinding creëren, maar deze zijn nog redelijk goed tot goed te handelen en gaan niet met ons aan de haal.

Een beetje groen, een beetje rood: spanning & herstel

Wanneer de stress, spanning of gevoelens van opwinding toenemen, of langdurig aanhouden, riskeren we terecht te komen in het gebied waar groen overgaat in rood. De golvende lijn die daar te zien is, illustreert hoe we ’tussen groen en rood heen en weer kunnen gaan’ wanneer we afwisselend in staten van (relatieve) ont-spanning en in staten van spanning verkeren: soms komen we even in het rode gebied terecht, maar het lukt ons ook nog onszelf weer in de ‘groene zone’ te brengen. De dingen die in de groene zone genoemd worden helpen ons in een (relatieve) staat van ont-spanning te blijven óf daar weer te komen. Bewust aanwezig zijn in het hier en nu, goed gegrond zijn, mindful zijn en erin slagen je te verbinden met vreugde, empathie, compassie en creativiteit helpen allemaal om in het groene gebied te verblijven óf daarnaar terug te keren wanneer we even in ‘rood’ terecht zijn gekomen.

De rode zone: flight of fight

Wanneer het niet meer lukt onszelf nog terug te brengen naar de groene zone, komen we terecht in het gebied waar onze basale overlevingsmechanismen geactiveerd worden. Afhankelijk van de situatie én van hoe jij als mens zelf in elkaar zit, kunnen er dan 2 dingen gebeuren: óf je komt in ‘flight’-modus terecht, óf de ‘fight’-modus wordt geactiveerd.

Als je in de ‘flight’-modus schiet, gaan gevoelens van zorgen, nervositeit, angsten en paniek met je aan de haal en zou je eigenlijk het liefst willen vluchten, wég van de dingen die de vervelende gevoelens triggeren en voeden. Zou de ‘flight’-modus een stem hebben, dan zou deze je dingen zeggen als: “Maak je uit de voeten; zorg dat je wegkomt van de dingen die je nu bedreigen en verzwakken!” In ‘flight’-modus duik je – energetisch gezien – in elkaar, maak je je klein in een poging jezelf te beschermen en zet je overlevingsmechanisme je aan tot het zoeken naar een uitweg uit de ellende, een ontsnappingsroute, een nooduitgang die je kunt gebruiken om je uit de voeten te maken, weg van stress, spanning en opwinding die je overhoop halen.

Kom je in de ‘fight’-modus terecht, dan spelen er gevoelens van frustratie, irritatie, boosheid en woede op: gevoelens die je niet aanzetten tot vluchten, maar juist tot het ‘aangaan van een gevecht’ met datgene wat je bedreigt en zo veel onrust creërt. De gevoelens die opspelen worden zodanig gekanaliseerd dat we ‘vechtgedrag’ gaan vertonen, in een poging dat waar we last van hebben te ‘bevechten’ en er op die manier vanaf te komen. Zou de ‘fight’-modus een stem hebben, dan zou deze je dingen zeggen als: “Laat je niet op de kop zitten! Vecht terug! Laat zien/horen dat je dit niet pikt!”

In de rode zone gaan de stress, spanning en opwinding die we ervaren flink met ons aan de haal, maar hebben we nog wel het gevoel iets te kunnen doén dat kan bijdragen aan het verminderen van de stress die we ervaren – ofwel door te vluchten, ofwel door te vechten. Heel anders is dit wanneer de stress, spanning en opwinding zó intens zijn dat we in de blauwe zone terechtkomen:

De blauwe zone: freeze

Eenmaal in de blauwe zone zijn we voorbij het punt van overweldiging gekomen en hebben we niet meer het gevoel nog iets te kunnen doen dat kan bijdragen aan het verminderen van de intense stress en spanning die we ervaren. De spanning is simpelweg té groot, de stress té intens en we voelen ons er compleet overweldigd door. Het gevoel zelf nog iets te kunnen doen om de situatie te veranderen is er niet meer; het heeft plaatsgemaakt voor gevoelens van machteloosheid en krachteloosheid, voor een ‘ik kan hier niks aan veranderen’.

De mate en intensiteit van de spanning en stress waar we mee te kampen hebben wanneer we eenmaal in de blauwe zone terecht zijn gekomen, is te veel, te groot, te overweldigend en we voelen al onze kracht uit ons systeem stromen. We voelen ons machteloos, zwak, hulpeloos en kunnen geen energie meer aanwenden om nog te vluchten of vechten. In plaats daarvan ‘bevriezen’ we. We voelen ons immobiel, ‘verlamd’ door de situatie. Het enige dat we nu nog kunnen doen, is proberen alle vervelende gevoelens te verdoven, te dempen, of ons daarvan te dissociëren. En ondertussen bereiden we ons voor op het ergste, want de situatie waar we ons nu in bevinden voelt zo hopeloos en uitzichtloos dat we ons (bijna) niet meer kunnen voorstellen dat het nog beter kan worden.

De weg terug: hulp, hoop & handvatten

Zoals de dikke zwarte lijn in bovenstaande afbeelding laat zien, is het niet zo dat we ons permanent in ‘flight’, ‘fight’ of ‘freeze’ bevinden. Gebeurtenissen kunnen ons vanuit een staat van (relatieve) ont-spanning in een staat van ‘flight’ of ‘fight’ brengen en van daaruit kunnen we doorschieten naar een staat van ‘freeze’, maar in principe blijft niemand permanent in één van deze staten verkeren.

Hoe kom je úit de blauwe zone en uit de rode zone? Door dingen in te zetten die de gevoelens die dáár spelen, afzwakken. En dat kan op velerlei manieren. Hulp is altijd zeer welkom – en vaak niks minder dan essentieel om iemand weer uit een staat van ‘freeze’ te krijgen – en handvatten (hebben of aangereikt krijgen) die helpen de staat van ‘bevriezing’ te ontdooien en de overlevingsmechanismen van ‘vluchten’ of ‘vechten’ tot rust te brengen, zijn je beste ‘medicijnen’ hier.

In een staat van ‘freeze’ betekent dit dat er middelen of mensen nodig zijn die je helpen uit de dissociatie, de verdoving en de depressie te komen en gevoelens van schaamte, hulpeloosheid, hopeloosheid en uitzichtloosheid te verzwakken of overkomen, zodat je je eigen energie weer kunt gaan voelen en kunt laten stromen en er weer hoop gloort aan het einde van de tunnel.
Wat is de beste remedie tegen een staat van ‘bevrorenheid’? Warmte – in al haar vormen. De warmte van een luisterend oor, begripvolle ogen, warme schouders waar je je even aan vast kunt houden en de stem van iemand die je een ander perspectief aanreikt, steun aanbiedt en je eraan herinnert dat je niet hulpeloos bent, dat je situatie niet hopeloos is, dat je niet krachteloos bent maar dat je slechts in een staat van verlamming terecht bent gekomen omdat het je even allemaal te veel is geworden – en dat je daar weer uit kunt komen, met hulp en handvatten die een hoopvol perspectief openen.

In een staat van ‘flight’ of ‘fight’ zijn er middelen of mensen nodig die je helpen weer meer te ontspannen, zodat de gevoelens die je flight-mechanisme of je fight-mechanisme aanjagen tot rust kunnen komen. Wat zijn de dingen die je daarbij kunnen helpen? Alle dingen die je helpen in de groene zone te verkeren, in de staat van ont-spanning:

  • Bewust in het hier en nu aanwezig zijn en je in het hier en nu verbinden met dingen die voedend voor je zijn en die een grondend, centrerend en ontspannend effect op je hebben.
  • Je verbinden met mensen en elementen in je omgeving die een positief effect op je hebben – die je helpen je weer te verbinden met gevoelens van vreugde, warmte, ontspanning, liefde en veiligheid.
  • Mindful aanwezig zijn op je eigen vierkante metertje en je aandacht dáár houden (in het bijzonder bij de elementen die je gevoel van veiligheid en verbinding voeden), om onnodige overweldiging door veel te veel prikkels te voorkomen.
  • Ervoor kiezen met een blik van openheid, nieuwsgierigheid en compassie naar de wereld om je heen – én naar jezelf! – te kijken en jezelf zo de kans geven te ervaren wat dát met je doet.
  • Je creativiteit aanboren en laten stromen, zodat je jouw scheppingskracht weer kunt gaan voelen en je ‘aan den lijve’ ondervindt dat jij wel degelijk verschil kunt maken in deze wereld, ongeacht de situatie waarin je je bevindt.

Alle dingen die in de groene zone benoemd zijn, helpen ons enorm om zo veel mogelijk in de groene zone te zíjn en te blijven. En er zijn talloze andere dingen die in de groene zone opgeschreven kunnen worden en die allemaal kunnen bijdragen aan het verkeren in een staat van ont-spanning en het ervaren van verbinding en veiligheid in jezelf en in relatie tot de omgeving. Een aantal andere dingen die helpen om zo veel mogelijk ‘in de groene zone te zijn’, zijn:

  • meditatie
  • massage
  • lachen, vreugde ervaren, zingen, muziek maken
  • fysiek bewegen, dansen, spanningen uit je fysieke lijf laten wegvloeien
  • wandelen in de natuur
  • betekenisvolle verbindingen met vrienden onderhouden
  • constructieve, prettige dingen ondernemen met vrienden of geliefden
  • een vriendelijke uitreiking doen naar anderen
  • de nieuwsstroom / mate van prikkelende informatie die je tot je neemt beperken.

We kunnen angstige gedachten en overprikkelde zenuwstelsels helpen weer tot rust te komen door dit soort eenvoudige dingen te doen die ons terugbrengen in een staat van kalmte, openheid en sereniteit, waar we op ons best zijn en het beste in staat zijn de problemen die er zijn met creativiteit en vindingrijkheid het hoofd te bieden.

De middelen die ons helpen zoveel mogelijk in de groene zone te zijn, nemen geen problemen weg die er feitelijk zijn in de wereld waarin we verkeren. Maar zij stellen ons wel in staat anders om te gaan met die problemen en bij het samenleven met of aangaan van die problemen te handelen vanuit een plek van sereniteit, kracht, creativiteit en medemenselijkheid.
Het alternatief is dat we de problemen het hoofd proberen te bieden vanuit gevoelens van boosheid, angst, depressie en uitzichtloosheid.

Hoe lastig, moeilijk, zwaar, onzeker, uitdagend, veelvragend en complex de situatie ook is waar we ons nu met z’n allen in bevinden: we hebben altijd een keuze. En wanneer we ervoor kiezen zo veel mogelijk terug te keren ‘in het groen’ en op die manier heel dichtbij ons ware, authentieke zelf te zijn en te blijven, kunnen we een deel van de oplossing zijn.
Wat jij doet, welke keuze jij maakt, maakt een groot verschil – voor jou én voor degenen met wie je verbonden bent.

Ik wens je veel ‘groen’ toe:
veel balans – waar je zelf een verantwoordelijkheid voor draagt,
veel natuur – waar je een onlosmakelijk deel van bent,
en veel liefde, die je hopelijk rijkelijk laat stromen.

Big Love,
Sharon

☼ © Sharon Kersten, 03-04-2020

Communicatie in tijden van isolatie (en niet alleen dan): gun elkaar je stem

Er zijn talloze kleine en grote(re) dingen die van jou een uniek individu maken. Dingen waarmee je je onderscheidt van anderen; dingen die zo specifiek aan jou toebehoren dat ze door een ander niet of nauwelijks na te bootsen zijn.
Eén van die dingen, is je stem. De klank van jouw unieke stemgeluid.

Zoals jij klinkt, wanneer je gewoon je eigen stemgeluid produceert, klinkt niemand anders. En in de klanken van jouw stem ligt een schat aan waardevolle informatie besloten – voor wie kan luisteren en kan voelen.

Een wereld vol woorden

We leven in een wereld waarin we veelvuldig worden blootgesteld aan woorden. De tijd waarin onze voorgangers nog louter communiceerden middels klanken, ligt ver achter ons en op het uiten van oerkreten kijken we vaak laatdunkend neer. Wij hebben dat soort ‘basale’ en primitieve communicatievormen immers niet meer nodig, vinden we: wij hebben woordentaal nu, om te communiceren met elkaar! We beschikken over immense registers van woorden waaruit we kunnen putten om dat wat we willen uiten, over te brengen aan een ander.

Maar er is één groot probleem met woorden, waar we ons vaak veel te weinig van bewust zijn. Woorden zijn symbolen die verwijzen naar iets. Woorden zijn nooit ‘het ding zelf’. Het woord ‘dak’ is zelf geen dak; het is een verwijzing naar iets dat we ‘dak’ zijn gaan noemen. Het woord ‘stoel’ is zelf geen stoel; het is een verwijzing naar iets dat we ‘stoel’ zijn gaan noemen. Het woord ‘honger’ is zelf geen honger; het is een verwijzing naar een fysieke sensatie die we ‘honger’ zijn gaan noemen. Het woord ‘verdriet’ is zelf geen verdriet; het is een verwijzing naar een gevoel dat we onder de noemer ‘verdriet’ zijn gaan scharen.

Zeeën van woorden, oceanen van symbolen

Elk woord is een serie letters die verwijst naar iets dat bestaat in datgene wat wij de realiteit noemen. En wanneer we communiceren middels verwijzen naar, gaat er altijd iets verloren. Dat is onvermijdelijk. Er bestaan immers geen woorden die 100% exact overbrengen aan de ander wat wij precies bedoelen. Elk woord dat we uiten, is een verwijzing naar iets dat wij op dat moment willen communiceren en is aldus een symbool voor iets. En dat symbool moet door degene die onze woorden verneemt, worden geïnterpreteerd, geduid, om – enigszins – begrepen te kunnen worden.

We hebben het doorgaans niet in de gaten, zijn ons er vaak maar nauwelijks van bewust, maar communiceren middels woorden is een zeer complex proces waarin van alles mis kan gaan en het is eigenlijk bewonderenswaardig dat het ons vaak zowaar lúkt datgene over te brengen wat we willen overbrengen middels de woorden die we gebruiken. Er kan immers zó veel mis gaan wanneer we ons moeten behelpen met woorden die nooit een 100% accurate weergave kunnen zijn van wat we precies willen communiceren.

Degene die een woord uit, dient heel zorgvuldig het juiste ‘symbool’ (woord) te kiezen dat het beste de lading dekt van dat waarover hij/zij iets wil uiten. En welk woord ook gekozen wordt: het zal nooit een 100% volledige dekking geven. Om dat probleem te ondervangen, gaan we vaak op zoek naar ‘extra woorden’, die hopelijk beter duidelijk maken wat we wél precies bedoelen. In plaats van te verwijzen naar slechts een ‘dak’, kunnen we het dan bijvoorbeeld hebben over een ‘rood, spits, langwerpig dak’: door extra woorden toe te voegen die elk op hun beurt weer naar specifieke dingen of aspecten verwijzen, hopen we zo goed mogelijk over te brengen waar we nou eigenlijk precies aan refereren. En hoewel dit kan helpen om de ontvanger van onze woorden beter in staat te stellen in te zoomen op wat we nou precies bedoelen, is het een feit dat we op die manier steeds méér woorden nodig hebben om ‘duidelijk’ te zijn – steeds méér woorden, steeds méér symbolen die allemaal weer geïnterpreteerd moeten worden. We zwemmen in zeeën van woorden, oceanen van symbolen, en hebben een monnikenwerk te verrichten om te voorkomen dat we elkaar gaandeweg onze communicatie steeds mínder goed gaan begrijpen.

Communicatie of krommunicatie?

In elke fase van het woordelijke communicatieproces is er is heel veel ruimte voor ‘ruis’, een verstoring van de boodschap die we willen overbrengen. Er kan in woordelijke communicatie van alles misgaan waardoor communicatie tot ‘krommunicatie’ verwordt: een ‘kromme’ communicatie die de plank misslaat, die niet in staat is over te brengen wat we wílden overbrengen en die met een beetje pech leidt tot onbegrip en afstand, in plaats van tot begrip en aaneengeslotenheid.

Bijgaande afbeelding laat zien hoe een communicatieproces in de basis in elkaar zit:
er is een zender, een boodschap die middels een bepaald kanaal (medium) wordt gecommuniceerd, en een ontvanger. En bij elk van deze elementen kan er ruis optreden: een verstoring die ertoe leidt dat de boodschap ánders wordt geïnterpreteerd dan de zender het bedoelde. Sterker nog, bij elk element zál er enige mate van ruis optreden, simpelweg omdat dat niet anders kan. De ‘zender’ en de ‘ontvanger’ zijn immers mensen, hetgeen per definitief een mate van subjectiviteit in de communicatie brengt, en de woorden die gebruikt worden zijn symbolen die per definitie geen ‘ding op zich’ zijn maar een verwijzing náár iets zijn.

Elke zender moet uit de zee van woorden die tot zijn beschikking staat, precies dié woorden zien te kiezen die als symbool het méést de lading dekken van dat wat de zender wil overbrengen. Maar zoals eerder al gesteld: welk woord hij ook kiest, het zal nooit een 100% correcte weergave zijn van dat waar de zender aan refereert. Zo bezien start elke communicatie dus al met een bepaalde mate van ruis, waarbij in elk geval een deel van dat wat de zender eigenlijk wil communiceren al verloren gaat.

Aan de ontvanger van de boodschap vervolgens de schone taak dat wat gecommuniceerd is zo correct mogelijk te duiden, te interpreteren. En dat kan de ontvanger alléén maar doen door gebruik te maken van de eigen, strikt persoonlijke, ‘database’ aan informatie waarover híj beschikt. Elke interpretatie die we maken, kunnen we alleen maken aan de hand van de informatie die wíj in ons dragen. Wanneer we het woord ‘dak’ vernemen, vormt zich in ons een beeld van wat wíj onder ‘dak’ verstaan. Wanneer we het woord ‘verdriet’ vernemen, duiden we dat als het gevoel dat wíj hebben wanneer we in een staat van zijn verkeren die we als ‘verdriet’ zijn gaan labelen. Maar het is helemaal niet gezegd dat ónze interpretatie, onze ‘decodering van de boodschap’, overeenkomt met wat de zender van de boodschap beoogde te verzenden… Ook als ontvanger van een gecommuniceerde boodschap zijn we niet vrij van de inbreng van ruis in het geheel; ook óns aandeel in de communicatie kan niet anders dan garant staan voor een bepaalde mate van ruis.

De interpretaties die we maken bij het tot ons nemen van woorden, kunnen niet anders dan zeer persoonlijk zijn – zeer subjectief, enorm gekleurd door hoe wíj de wereld, en de wereld van woorden, kennen en door de strikt persoonlijke ‘symbolencatalogus’ die óns ter beschikking staat.

En dan hebben we nog te stellen met de invloed van het ‘kanaal’ dat we kiezen voor het overbrengen van onze woordelijke boodschap. Kiezen we voor het geschreven woord, of voor het gesproken woord? Besluiten we te mailen, te appen, te bellen, te videobellen of elkaar te spreken in fysieke nabijheid? Elk specifiek ‘kanaal’ heeft een invloed op het effect dat onze communicatie zal sorteren en elk specifiek kanaal kent een specifieke ‘ruisfactor’. Daar staan we vaak niet bij stil, maar het is een goede gewoonte je hier wél bewust van te zijn.

Als je bovenstaande informatie goed tot je door hebt laten dringen, is je nu duidelijk dat élke communicatie die plaatsvindt een enorm risico op mis-communicatie en mis-interpretatie met zich meebrengt en dat we er nooit van uit zouden moeten gaan dat wat wij beogen te communiceren, ook als zodanig ontvangen wordt.

Zorgvuldig omgaan met communicatie behelst veel méér dan alleen maar respectvol tegen elkaar praten, geen kwetsende woorden gebruiken en de ander in zijn/haar waarde laten. Zorgvuldig omgaan met communicatie betekent ook oog hebben voor de dingen die zojuist benoemd zijn en je verantwoordelijkheid dragen voor jouw aandeel in de complexe processen die we ‘communicatie’ noemen. Het vraagt ons bewust te zijn van de woorden die we kiezen, de manco’s die dat met zich meebrengt, de subjectiviteit van onze interne referentiesystemen, de per definitie subjectieve positie van de ontvanger van onze communicatie én de invloed van de kanalen die we kiezen om te communiceren.

Kies je kanaal met zorg, om onnodige ruis te voorkomen

Ten aanzien van het kanaal dat we kiezen om te communiceren geldt natuurlijk dat een ‘onrustig’ kanaal zal bijdragen aan onrust in de communicatie, hetgeen de kans op ruis enorm vergroot. Met iemand videobellen terwijl er een hoop kabaal op de achtergrond aanwezig is en er met regelmaat andere mensen door het beeld heen lopen, is niet behulpzaam wanneer we onnodige ‘ruis’ willen voorkomen – noch voor de zender, noch voor de ontvanger.

Maar dat soort externe factoren zijn niet de enige dingen die ‘onnodige ruis’ in de communicatie kunnen brengen. Onnodige ruis kan ook ontstaan wanneer we simpelweg niet het kanaal kiezen dat zich het beste leent voor datgene wat we willen overbrengen. Niet elk kanaal is evengoed in staat over te brengen wat we willen overbrengen. En ‘ruis’ komt in vele vormen – vaak heel anders dan je zou denken.
Om duidelijk te maken wat ik hiermee bedoel, wil ik je vragen onderstaande gekleurde zin héél goed tot je door te laten dringen. Het is een essentieel gegeven in communicatieland, waar elke communicatie-deskundige van op de hoogte is:

Het effect van jouw communicatie wordt grotendeels bepaald
NIET door je woorden, maar door heel andere zaken.

Wij, wereldburgers die rondlopen in een ‘wereld van woorden’, zijn zó enorm aan woorden gaan hangen dat we goeddeels vergeten zijn dat woorden slechts een déél zijn van de vele manieren waarop we communiceren en dingen overbrengen aan anderen. De kans is groot dat jij bij het horen van de term ‘persoonlijke communicatie’ vrijwel direct denkt aan woorden, aan taal, aan tekst: aan die dingen die wij een heel belangrijke plek hebben toegekend in ons leven en waarmee we zo veel informatie uitwisselen, elke dag weer.

Maar het is een feit dat woorden slechts 7 % (!) uitmaken van elke interpersoonlijke communicatie die plaatsvindt.

Wat in een communicatieproces bepalend is voor hoe onze communicatie overkomt op een ander, wordt voor meer dan de helft (55%) bepaald door onze lichaamstaal (beweging, houding, mimiek) en wordt voor 38% bepaald door ons stemgebruik, de toon van onze stem, het spreektempo dat we hanteren en de pauzes die we laten vallen. De woorden die we gebruiken, zijn slechts voor 7% bepalend voor de boodschap die we uitdragen.

Wil je zo goed mogelijk begrepen worden, met zo min mogelijk ruis, dan is het dus raadzaam een kanaal te kiezen waarin je zoveel mogelijk ‘je hele zelf’ kunt meenemen in het communicatieproces. Zodat de ontvanger van je boodschap veel beter in staat is te ‘ontvangen’ wat jij beoogt te communiceren, doordat hij/zij ook je stem hoort, je lichaamstaal ziet, en op die wijze allerlei ‘clues’ krijgt die veel beter duidelijk maken wat je precies bedoelt dan alleen woorden kunnen doen.

Wanneer we kiezen voor een kanaal dat slechts uit woorden bestaat, zal de ontvanger van de boodschap helemaal zélf moeten invullen hoe wij de boodschap waarschijnlijk bedoeld hebben. En zoals ik hierboven al aangaf: aan zo’n ‘invullingproces’ zitten enorm veel haken en ogen.
Wanneer de ontvanger van onze boodschap ons echter ook kan hóren en bij voorkeur ook kan zién, ontvangt de ontvanger tegelijk met de woorden ook een heleboel andere informatie die hem/haar enorm zal helpen de boodschap op de ‘juiste’ manier te interpreteren, te duiden, te decoderen, te ‘plaatsen’. Wanneer je iemands stem hoort, kun je horen en voelen hoe iemand iets (waarschijnlijk) wel of niet bedoelt. Wanneer je iemands mimiek ziet, een lichaamshouding waarneemt, de trekken in het gezicht ziet, spierspanningen opmerkt en in de ogen kunt kijken, kun je zien en voelen hoe iemand iets (waarschijnlijk) wel of niet bedoelt. Dit alles helpt enorm bij het realiseren van een zo transparant en ruis-vrij mogelijk communicatieproces. De aanwezigheid van ‘beeld’ en ‘stem’ in communicatieprocessen maakt een verschil dat werkelijk immens is.

Gun de ander – en jezelf – op zijn minst je stem

Ik vertel het de mensen die ervoor gekozen hebben met mij samen te werken aan hun processen van persoonlijke groei en ontwikkeling al vele jaren: voeg, als het ook maar enigszins mogelijk is, altijd op zijn minst je stem toe aan je persoonlijke communicatie met anderen. Zodat de ander beter kan begrijpen ‘waar je zit’ en vanaf welke ‘plek’, vanuit welke staat van zijn, voelen of beleven, de woorden worden geuit die je uit.

We zijn allemaal ontzettend gewend geraakt aan het communiceren per geschreven tekst, in vroeger tijden per brief, later per e-mail, vervolgens per sms en inmiddels per Messenger, WhatsApp en korte ‘posts’ her en der online, vaak gereduceerd tot slechts een aantal korte woorden of zelfs alleen nog maar een aantal emoji’s. En hoewel het kan soms heel efficiënt kan zijn ‘even snel’ op één van die manieren iets te communiceren, is het een feit dat de kans op miscommunicatie hand in hand toeneemt met de mate waarin we onze communicatie meer reduceren tot ‘platgeslagen woorden’ die slechts een fractie overbrengen van alles wat overgebracht zou moéten worden om goed begrepen te kunnen worden door de ontvanger.

Hoe ‘platter’ de communicatie, hoe groter de kans op miscommunicatie.

En hoe ‘sneller’ het kanaal, hoe sneller er misverstanden kunnen ontstaan – doordat we té snel ageren en reageren, doorgaans zonder rustig even de tijd te nemen zorgvuldig na te denken over wat en hoe we zelf communiceren en hoe dat kan overkomen op een ander en vaak ook zonder de moeite te nemen de ander te vragen hoe hij of zij iets bedoelde met de ‘platte’ communicatie die ons bereikte.

Ik spreek voor mijn werk wekelijks vele tientallen mensen en spreek de laatste jaren bij de vleet mensen die in een vervelend conflict terecht zijn gekomen (met hun partner, een vriend of vriendin, een familielid of een collega) doordat er ‘iets misging’ in geschreven communicatie – vrijwel altijd in online communicatie en in de meeste gevallen in communicatie per Messenger of WhatsApp. De berichtjes en emoji’s vliegen in dat soort scenario’s veelvuldig over en weer, in een rap tempo, en hand in hand daarmee vliegen ook de invullingen, de aannames en impulsieve uitingen van puur reactionair gedrag over en weer. Met vaak desastreuze gevolgen die niet zo 1-2-3 weer even recht te zetten zijn. Want er wordt véél gezonden, gestuurd, afgevuurd, ingevuld, aangenomen, anders geïnterpreteerd dan het bedoeld was, in vaak heel korte tijd. En voordat je het weet is een situatie van pais en vree dan opeens compleet geëscaleerd tot een ronduit dramatische situatie waarin er alleen maar verliezers zijn en de beelden die mensen van elkaar hebben enorm beschadigd zijn.

Wanneer ik aan het eind van mijn werkweek de balans opmaak van wat ik dan weer allemaal vernomen heb op het vlak van dit soort escalaties, weet ik soms niet waar ik méér van onder de indruk ben: van de mate waarin communicatie tegenwoordig, middels de huidige kanalen waar mensen massaal gebruik van maken, in no time tot krommunicatie verwordt, of van de bizarre snelheid waarmee dat gebeurt.

Wat ik wel weet, is dat kanalen als WhatsApp, Messenger en wat dies meer zij de slechtste kanalen zijn die je kunt kiezen als je zorgvuldigheid, transparantie en zo min mogelijk ruis in je communicatieprocessen wilt ervaren. En toch zijn juist dié kanalen de kanalen waar mensen massaal naar grijpen, omdat het ‘zo lekker snel’ is en werkt en je ‘even snel’ kan laten weten dat je aan iemand denkt, of ‘even snel’ je behoefte aan verbinding kunt bevredigen.

Mijn advies, altijd al en nu eens te meer: kies niet voor ‘lekker snel’, maar kies voor kwaliteit en zo min mogelijk ruis. Kies voor een kanaal dat je in staat stelt zo veel mogelijk ‘je hele zelf’ in de communicatie mee te nemen: in elk geval ook je stem, en als het enigszins kan ook je lichaamstaal.
Kies voor videobellen, in plaats van voor ‘snelle appjes’ en ‘snelle emoji’s’. Naast het feit dat je het risico op miscommunicatie op die manier enorm reduceert, zul je ook ervaren dat je veel meer wérkelijke verbinding kunt voelen wanneer je met iemand videobelt dan een hele serie emoji’s van of aan die persoon je ooit kan doen voelen. Zoals communicatie slechts voor een heel klein deel kan worden toegeschreven aan de woorden die we gebruiken, zo stoelt ook het kunnen voelen van verbinding voor slechts een heel klein deel op woorden (of emoji’s) die we gebruiken. En als videobellen niet tot de mogelijkheden behoort, geef dan in elk geval bellen de voorkeur boven ‘snelle tekst-uitwisselingen’. Gun het jezelf en de ander jullie stemmen mee te nemen in de communicatie. Hóren hoe de ander iets uitspreekt, helpt enorm bij het correct interpreteren van de woorden die worden uitgesproken. En als iets dan evengoed nog niet helemaal duidelijk is: vráág naar meer duidelijkheid. Práát met elkaar – en niet slechts tegen elkaar. Ga de interactie aan en laat jezelf zien, ook als dat alleen in figuurlijke zin kan.

Voor succesvolle communicatie zijn twee partijen nodig die elk hun uiterste best doen zo goed en transparant mogelijk een boodschap over te brengen, zo zorgvuldig en ruisvrij mogelijk te communiceren, zo zorgvuldig mogelijk te luisteren naar de ander en feedback en opheldering de voorkeur te geven boven invullingen en aannames. Dat is allemaal helemaal niet zo makkelijk. Maar wel alleszins de moeite waard. En het staat of valt allemaal met een bereidheid je werkelijk te verbinden met de ander, écht te willen weten wat die ander bedoelt en werkelijke interesse te tonen.

We kunnen zo goed communiceren als in ons vermogen ligt, en we kunnen zo slecht communiceren als in ons vermogen ligt. Aan ons de keuze waar we voor willen gaan, hoe zorgvuldig we met onze communicatie met anderen om willen gaan en op welke manieren we onze communicatie ‘handen en voeten’ willen geven. Maar weet: woorden zijn per definitie gebrekkige hulpmiddelen om uiting te geven aan wat we écht bedoelen en werkelijk willen overbrengen en de klank van jouw stem zal altijd vele malen meer zeggen dan duizend woorden ooit kunnen overbrengen…

Kies en handel zorgvuldig.
Kies en handel wijs.
En laat je stem horen – heel letterlijk.

☼ © Sharon Kersten, 02-04-2020

Wat een geluk…

Wat een geluk
dat het voorjaar hier nu aanbreekt
de zon weer schijnt
het licht weer toeneemt
er weer bomen in bloesem staan
er weer narcissen en blauwe en witte druifjes zichtbaar zijn
de knoppen in de bomen aan het ontluiken zijn
en de vogels luid hun nieuwe lied zingen.

Wat een geluk
dat we weer zonder winterjas naar buiten kunnen
door de bossen kunnen wandelen
en een eind kunnen fietsen
met de zon op ons gezicht
en de wind in onze oren
onder luchten die nu schoner zijn
dan zij waren.

Wat een mooie gewaarwording
dat de ‘ratrace’ van ons rennen en vliegen van hot naar her
nu stilgelegd is
dat winkelstraten rustig en vredig zijn
en mensen nu alleen naar winkels gaan
om te kopen wat ze écht nodig hebben.

Wat een bijzondere ervaring
dat we ons nu weer realiseren wat écht belangrijk is in het leven
en dat er iets als dit voor nodig was
om ons dat ten diepste te doen beseffen.

Wat een opvallend gegeven
dat we nu beginnen vast te stellen
in groten getale
dat wanneer we kalmer zijn
wanneer we vertragen
wanneer we meer pas op de plaats maken
we veel beter dan voorheen kunnen voelen en vaststellen
wat er écht toe doet
en dat we onszelf – en elkaar – te midden van de gekte
behoorlijk kwijt waren geraakt.

Wat een enorm waardevol ‘bij-effect’,
al deze ontdekkingen, ervaringen en realisaties,
te midden van heel veel heftigheid.

Wat een bijzondere periode,
hoe je het ook wendt of keert.
Een periode waar niemand om gevraagd heeft
maar iedereen heel veel van kan leren.

In het Chinees bestaat het woord ‘crisis’ uit twee karakters.
Het ene karakter betekent ‘gevaar’,
het andere karakter betekent ‘kans’.

Ik kijk om me heen, online en in real life,
en zie een overvloed aan kansen nu
te midden van het ‘gevaar’ dat er ook is.

Twee kanten van dezelfde medaille,
twee aspecten van dezelfde munt.
Beide heel belangrijk,
beide met een boodschap.

Gaan we de boodschappen ‘pakken’?
Gaan we de kansen die we nu krijgen benutten?
Ik hoop het met heel mijn hart.

Want we verdienen allemaal een leven
dat er niet uitziet als een hamsterwiel
en waarin er gewoonweg genoeg is
voor iedereen.
Een leven waarin we in vrede met elkaar kunnen samenleven
zonder onszelf, elkaar
en de belangrijkste kernwaarden die we als mens kunnen belichamen
compleet kwijt te raken.

De ratrace heeft meer dan lang genoeg geduurd.
Het is tijd voor een verandering, een grote.
Een collectieve, een planetaire.

En volgens mij…
is dat precies wat hier, nu, overal, aan de hand is.

~ ~ ~ ~

Sharon ❤️

☼ © Sharon Kersten, 17-03-2020

Rechtlijnig… als riet

Ik heb altijd een hekel aan rechtlijnigheid gehad.
Of correcter gezegd: aan dat woord, ‘rechtlijnigheid’.
Het had voor mij altijd een negatieve connotatie.
Het deed me denken aan starheid, rigiditeit
en meer van dat soort ‘hardheden’
die doen denken aan blokken beton
en onneembare vestingen.

Maar gisteren complimenteerde een vriend me
met mijn rechtlijnigheid.
Waarop ik hem direct corrigeerde:
“Nee, rechtlijnig ben ik in het geheel niet.
Nooit geweest ook. Integendeel.
Ik heb juist veel te vaak
veel te lang
meegebogen
met de noden en behoeften
en wensen en verlangens
van anderen.
Tot vervelens toe
en tegen beter weten in.”

“Jawel,” zei die vriend
“maar uiteindelijk ben je nooit écht van je plek geweken.
Uiteindelijk ben je altijd blijven staan
voor de dingen die voor jou ‘heilig’ zijn,
sacred, essentieel en niet-onderhandelbaar.
Uiteindelijk heb je, als het erop aan kwam,
altijd gekozen voor dat wat het enige juiste was.
Voor dat wat rechtvaardig is
en nooit geweld mag worden aangedaan.

Je boog wel, en vaak heel veel,
veel verder dan goed voor je was,
maar je hebt je nooit helemaal uit je kracht laten halen.
Als het erop aan kwam, bleef je stáán,
stevig geworteld in je eigen kern en kracht.
Je was zéér buigbaar
maar hebt je nooit laten breken.

Je bent vaak tot het uiterste gegaan
maar hebt altijd een rechte lijn weten te behouden:
de lijn van jou, van wie jij bent
en van alles waar jij ten diepste voor staat.
En dát is een rechtlijnigheid
die goud waard is:
zelf een rechte lijn weten te blijven,
hoezeer en hoe ver anderen je ook
uit het lood proberen te duwen.”

En opeens zag ik het
in mijn geestesoog:
het beeld van de rietstengel.
Buigzaam, zéér buigzaam,
maar altijd een rechte lijn houdend,
altijd geworteld blijvend in de eigen basis
en nooit brekend,
hoe heftig de winden soms ook waaiden
en de stengel tot het uiterste dreven.

Rechtlijnig
zoals een rietstengel dat is.
Ja, in dat beeld herken ik mezelf wel.
En meer dan dat:
dat beeld zegt,
in al haar visuele en symbolische facetten,
meer over mij
dan een pagina vol woorden zou kunnen zeggen.

Vandaag kwam ik tot twee maal toe
een groep rietstengels tegen
tijdens mijn wandeling.
Een vriendelijk briesje deed hen dansen
en de zon accentueerde hun prachtige vormen.
Ik zag schoonheid, souplesse en fierheid.
Flexibiliteit en kracht,
stevigheid en dynamiek,
sierlijkheid en geworteldheid
allemaal tegelijkertijd.

‘Rechtlijnig’ zou nooit meer dezelfde betekenis hebben.
Vandaag sloot ik ‘rechtlijnigheid’ in mijn hart.
Maar eigenlijk was dat helemaal niet nodig:
het had daar
op de juiste manier
altijd al gezeten.

~ Sharon

☼ © Sharon Kersten, 14-03-2020


‘De uitnodiging’ (Oriah)


Het interesseert me niet wat je doet voor de kost. 
Ik wil weten waar je naar hunkert
en of je ervan durft te dromen het verlangen van je hart te ontmoeten.

Het interesseert me niet hoe oud je bent.
Ik wil weten of je het risico zult lopen er als een dwaas uit te zien
omwille van liefde, je dromen, het avontuur van in leven zijn.

Het interesseert me niet welke planeten een vierkant maken met je maan.
Ik wil weten of je de kern van je eigen leed hebt aangeraakt,
of je geopend bent door het verraad van het leven
of dat het je heeft doen ineenkrimpen
en ertoe heeft geleid dat je je bent gaan afsluiten voor je angsten en verdere pijn.

Ik wil weten of je met pijn samen kunt zijn, de mijne of die van jezelf,
zonder te bewegen om haar te verbergen of te doen vervagen of te fiksen.

Ik wil weten of je met vreugde samen kunt zijn, de mijne of die van jezelf,
of je kunt dansen met wildheid en je je kunt laten vullen door extase

tot in je vingertoppen en je tenen,
zonder ons te waarschuwen voorzichtig te zijn, realistisch te zijn,
ons de beperkingen van mens-zijn te herinneren.

Het interesseert me niet of het verhaal dat je me vertelt waar is.
Ik wil weten of je een ander kunt teleurstellen om trouw te zijn aan jezelf,
of je de beschuldiging van verraad kunt verdragen en je in staat bent je eigen ziel niet te verraden,
of je ongelovig kunt zijn en, daardoor, betrouwbaar.

Ik wil weten of je Schoonheid kunt zien ook als niet elke dag mooi is
en of je dat als bron voor je eigen leven kunt benutten.

Ik wil weten of je met mislukking kunt leven, de jouwe en de mijne, 
en nog steeds aan de oever van het meer kunt staan en naar het zilver van de volle maan kunt roepen: “Ja.”

Het interesseert me niet te weten waar je woont of hoeveel geld je hebt. 
Ik wil weten of je op kunt staan na de nacht van verdriet en wanhoop, vermoeid en verpletterd,
en doet wat gedaan moet worden om de kinderen te eten te geven.

Het interesseert me niet wie je kent of hoe jij hier bent beland.
Ik wil weten of je in het centrum van het vuur zult staan met mij zonder terug te deinzen.

Het interesseert me niet waar of wat of met wie je hebt gestudeerd.
Ik wil weten wat jou van binnenuit kracht en steun geeft als al het andere wegvalt.

Ik wil weten of je alleen kunt zijn met jezelf
en of je werkelijk houdt van het gezelschap dat je hebt in de lege momenten.”

~ Oriah

(Ook wel bekend als Oriah Mountain Dreamer, zie www.oriahmountaindreamer.com)
Oorspronkelijke titel: The Invitation, © Oriah Mountain Dreaming
© Deze vertaling: Sharon Kersten


“De creatieve volwassene is het kind dat het heeft overleefd.”

Een prachtige uitspraak van Julian F. Fleron die mij altijd weer raakt.

Natuurlijk is creativiteit niet voorbehouden aan mensen die als kind trauma’s of heftige situaties hebben meegemaakt. En natuurlijk zijn er ook zeer begenadigde kunstenaars die ongeschonden door hun kindertijd heen zijn gekomen. Maar het is wel opmerkelijk dat héél veel mensen die als kind heftige dingen hebben meegemaakt indrukwekkend creatief zijn in hun volwassen leven, vaak zowel op ‘uitvoerend’ vlak als op ‘mentaal’ vlak.

Om bepaalde situaties te kunnen ‘overleven’, moéten we op de een of andere manier onze scheppende (creërende, creatieve) vermogens wel aanwenden – opdat we iets ánders voor onszelf kunnen creëren dan de situatie waar we in zitten.

Middels artistieke creaties kunnen we gevoelens en emoties kanaliseren en externaliseren, kunnen we uiting geven aan wat niet op een andere manier geuit kan of mag worden. We kunnen ‘erin stoppen’ wat we niet op andere manieren kenbaar willen, kunnen of durven te maken. Of we kunnen een ‘wereld’ creëren die beter, fijner, mooier, prettiger of veiliger is dan de wereld die onze realiteit is, of was.

Als we ‘scheppend’ bezig zijn kunnen we zelf iets creëren dat aansluit bij een behoefte die we op dat moment hebben. Creëren kan ons helpen dingen te verwerken, emoties en gevoelens te ontladen of dingen juist even te ‘vergeten’.

Creativiteit op mentaal vlak kan juist enorm behulpzaam zijn om oplossingen of uitwegen te vinden in situaties waarin de ‘gewone’ gang van zaken en meer ‘lineair’ denken ons zouden vasthouden in een realiteit die beperkend of beschadigend is, of was. Wie ‘out of the box‘ kan denken, kan oplossingen, alternatieven en uitwegen vinden die niet gevonden kunnen worden wanneer we alleen onze logica, onze rationele mind benutten.

Ik werk veel met mensen die pittige trauma’s hebben doorgemaakt – een deel van hen als kind, een ander deel van hen als volwassene en weer anderen zowel als kind als als volwassene. En het is opmerkelijk hoeveel van degenen die als kind misbruik (van welke aard ook) of andere heftige traumata hebben doorgemaakt, nu als volwassene enorm creatief zijn, de meest prachtige artistieke creaties maken én over een zeer creatieve mind beschikken: een mind die hen oplossingen en mogelijkheden laat zien die anderen ontgaan of die anderen niet eens kunnen verzinnen.

Ons vermogen dingen te creëren, te scheppen, is misschien wel het belangrijkste vermogen dat we hebben om bepaalde situaties te overleven. Zolang we kunnen creëren, kunnen we iets ánders creëren dan dat wat is, of was. Zolang we kunnen scheppen, kunnen we voelen en ervaren dat we een verschil kunnen maken met dat wat wij zelf doen; kunnen we ervaren dat we invloed hebben op dingen en ervaren dat wat wij doen, ertoe doét.

Als we één ding kunnen creëren dat er voorheen nog niet was, moet dat, volgens de wetten van de logica, ook voor méér dingen kunnen gelden. Dit besef geeft niet alleen ‘hoop’ maar bovenal: kracht.

Zelf scheppen, zelf creëren, geeft mensen kracht. Het versterkt het gevoel van eigenwaarde, het bewustzijn van de eigen waarde en ‘waardigheid’ en het geloof in eigen kunnen.

De kleuter die als klein mukje troost vond in creatief bezig zijn had een onwijs krachtige therapeut gevonden, ver voordat hij of zij het woord ’therapeut’ ooit gehoord had: de therapeut in het kindje zelf, die precies wist wat er nodig was om uiting te geven aan ‘het onuitbare’ en om te midden van alle chaos en pijn een veilig plekje te creëren waar niemand anders bij kon komen, waar niemand de boel kon komen beschadigen, waar niemand pijn kon doen. Een eigen wereldje waar het fijn en veilig was, en waar verwerking en heling plaatsvonden, ver voordat dat kleine mukje ooit de eerste stappen zou gaan zetten om als volwassene te gaan helen van de verwondingen uit die periode…

The creative adult is the child who has survived.” Het is in veel gevallen héél erg waar.

☼ © Sharon Kersten, 03-05-2019

Herken jij jezelf in bovenstaande? Raakt het lezen van deze tekst iets in jou, persoonlijk? Dan kan het zijn dat ook jij een ‘survivor’ bent, op welke wijze of in welk opzicht dan ook. Als dat zo is gaat al mijn liefde en compassie naar jou uit en ben ik vooral ontzettend blij dát je het overleefd hebt. ♥

Mocht je op enig moment behoefte hebben aan een stukje professionele ondersteuning om aan (verdere) heling van dingen te werken, schroom dan niet een consult aan te vragen. Je bent van harte welkom.


Translate »
error: Content is protected !!

Deze website maakt gebruik van cookies. Door gebruik te maken van deze website ga je hiermee akkoord. Meer informatie

Deze website maakt gebruik van essentiële cookies die als doel hebben de website goed te laten functioneren en van eenvoudige cookies die je in staat stellen de content van deze website te delen via een aantal social media platformen. Deze website maakt géén gebruik van cookies die aan advertenties of gerichte tracking-doeleinden gerelateerd zijn. Meer informatie over cookies en de bepalingen die daarover middels de Cookiewet zijn vastgelegd vind je op de pagina 'Cookieverklaring', te bereiken via de hyperlink 'Cookieverklaring' onderaan deze webpagina. Meer informatie over het cookie-gebruik van www.sharonkersten.com en de redenen daarvan vind je in de privacyverklaring, te bereiken via de hyperlink 'Privacyverklaring' onderaan deze webpagina. Door verder te navigeren op c.q. gebruik te maken van deze website ga je akkoord met het cookie-gebruik van www.sharonkersten.com. Als je niet akkoord bent met het cookie-gebruik van deze website word je vriendelijk verzocht geen gebruik te maken van deze website.

Sluiten