Over veranderingen, ont-pluggen, autonomie, perspectieven en een lans

“Panta rhei”.
“Alles stroomt”, zou Heraclitus hebben gesteld.
Het is een uitspraak, een formule, een in woorden gevangen gedachte waar Plato menigmaal aan gerefereerd heeft, net als Aristoteles. En wie goed om zich heen kijkt kan niet anders dan erkennen dat ‘panta rhei’ inderdaad opgaat, in elk geval voor alles wat natuurlijk is.

Al sinds mijn jonge jaren ben ik me sterk bewust van ‘panta rhei’, in velerlei opzichten. Als kind merkte ik al op dat alles stroomde, aan verandering onderhevig was – voortdurend. Dat stilstand alleen aan niet-natuurlijke dingen leek toe te behoren en dat niets dat natuurlijk van aard is ooit echt stilstaat. We kunnen ‘panta rhei’ heel duidelijk in actie zien wanneer we naar de opeenvolging van de seizoenen kijken, of naar de groeistadia van planten. Maar het principe is ook onmiskenbaar in onszelf werkzaam. Ook wij ‘stromen’, veranderen, zijn altijd in beweging.

Van de ‘beweeglijkheid’ in de mens zelf ben ik, dankzij mijn werk, vrijwel dagelijks getuige. Ik werk met mensen die, bewust en actief, door ontwikkelings- en veranderingsprocessen heen gaan. Dat doe ik inmiddels al 13 jaar, gemiddeld zo’n 6 dagen per week. Aan ‘levende getuigenissen’ van hoe panta rhei in mensen werkzaam is heb ik dus geen gebrek, integendeel.
Daarnaast bewandel ik zelf al decennia lang een pad van bewuste en immer aanhoudende persoonlijke ontwikkeling dat garant staat voor heel wat ‘bewegingen’ in mijn leven, telkens weer. Niét bewust aan mijn persoonlijke ontwikkeling blijven werken is simpelweg geen optie voor mij; het ligt, zo ben ik gaandeweg mijn pad door dit leven gaan begrijpen, in mijn natuur daar voortdurend mee bezig te zijn. Transformatie en innerlijke alchemie zijn voor mij geen abstracte concepten maar dingen die ik lééf, aanhoudend. En dat brengt heel wat ‘beweeglijkheid’ met zich mee; een heleboel ‘panta rhei in actie’ zou je kunnen zeggen.

‘De enige constante is verandering’
Het is logisch dat de meeste mensen niet zo intens met ‘panta rhei in actie’ bezig zijn als ik dat ben. Maar of iemand nou intens met de eigen veranderingsprocessen bezig is of in milde mate of in het geheel niet: we veranderen, als mens. We stromen. We zijn, of iets in ons is, in beweging – altijd. Of we ons daar nou bewust en op constructieve wijze mee bezig houden of niet. Of we de beweging nu leuk, fijn of prettig vinden of niet. Of we de bewegingen in onszelf, die soms heel geleidelijk en subtiel zijn, überhaupt opmerken of niet. Beweging en verandering zijn inherent deel van wie wij als mens, een uitingsvorm van de Natuur, zijn.

We bewegen en veranderen altijd. Soms bewust, soms onbewust. Soms tot onze vreugde, soms op manieren waar we niet zo blij mee zijn. Soms vanuit intentie en wilskracht, soms vanuit aansturingen die we helemaal niet opmerken. Maar de bewegingen en veranderingen zijn een feit.

In Een zomer van loslaten schreef ik over de – vaak tamelijk intense – veranderingsprocessen die momenteel spelen in de levens van velen en het maken van nieuwe keuzes dat daar vaak een gevolg van is. Onderaan die tekst benoemde ik kort dat er ook in mij de afgelopen periode een aantal veranderingen hebben plaatsgevonden die geleid hebben tot het maken van nieuwe keuzes. Het loslaten van allerlei online activiteit was daar een uiting van, evenals het loslaten van diverse offline activiteiten dat waren.

Die uitingen op zich, het flink reduceren van mijn online activiteiten en een deel van mijn offline activiteiten, bleken in de weken die volgden echter niet slechts een uitkomst van een doorgemaakt veranderingsproces te zijn, maar ook het begin van een hele serie nieuwe processen die weer nieuwe ‘bewegingen’ voedden (en voeden).

Externe loslaatprocessen, interne veranderingen
Door afstand te nemen van vooral allerlei online activiteit die tot dat moment jarenlang min of meer dagelijkse kost voor mij was, kwam er – uiteraard – ruimte beschikbaar voor andere dingen. Wanneer we iets loslaten ontstaat er ruimte en wanneer we activiteiten loslaten kunnen we de ruimte die dan vrijkomt gaan besteden aan andere activiteiten. ‘Logisch, gesneden koek, niks nieuws onder de zon’ denk je nu wellicht – en als je dat denkt, heb je daar volkomen gelijk in. Ik wil het hier echter helemaal niet hebben over externe activiteiten, of hoe de ene activiteit losgelaten werd en een andere werd opgepakt, maar over innerlijke processen. Wat ik namelijk ondervonden heb, is dat in de nieuw ontstane ruimte veranderingen begonnen plaats te vinden op het vlak van interne dynamieken. Veranderingen die, zo kan ik inmiddels stellen, een ware ‘gamechanger’ zijn gebleken te zijn voor mij – en dat kunnen ze ook voor jou zijn, vandaar dat ik daar nu wat over deel.

Meer autonome gedachten, gevoelens en handelingen
Ik ontdekte, al vrij snel na mijn ‘ont-plugging’, dat beduidend vaker dan voorheen het geval was gedachten in mij kwamen bovendrijven die we ‘autonome gedachten’ zouden kunnen noemen: gedachten die echt aan iets in míj ontsproten en die geen reactie waren op dingen die ik online had gelezen of anderszins van anderen had vernomen. Gedachten die wel gingen over de onderwerpen waar mensen zich deze periode massaal over uiten, vooral online, maar die ik niet formuleerde in reactie op een uiting van een ander, maar puur vanuit… mezelf.

Dit viel me met name op doordat ik merkte dat mijn gedachten op een aantal punten afweken van gedachten die ik voorheen over bepaalde onderwerpen had. Ik dacht nu nuanceringen die ik voorheen niet dacht. En op een aantal punten veranderde er meer dan slechts nuances. Dat vond ik opmerkelijk. Ik zie mezelf als een ‘vrijdenker’ en probeer altijd te waken voor ongewenste beïnvloeding door externe informatiestromen. Maar nu ik meer ont-plugd was kwamen er, onmiskenbaar, méér autonome gedachten bovendrijven dan voorheen het geval was geweest – authentieke, oorspronkelijke gedachten die ontsproten aan iets in míj en die kennelijk minder ruimte kregen toen ik nog behoorlijk ‘ingeplugd’ was op allerlei externe informatiestromen.

Iets soortgelijks gebeurde ten aanzien van mijn gevoelswereld. Een paar dagen na mijn ont-plugging begon me op te vallen dat gevoelens die zich in mij aandienden veel meer ‘op zichzelf staand en echt van mij’ waren dan dat zij op de één of andere manier deels getriggerd waren door informatie die via externe kanalen tot me was gekomen. Niet alleen in hoé ik me ten aanzien van bepaalde dingen voelde traden er veranderingen op, maar de gevoelens die zich nu aandienden leken (of correcter gezegd: bleken) volledig op funderingen diep in mezelf te stoelen en niet langer deels op funderingen van zaken búiten mezelf te rusten.

Ook ten aanzien van een deel van mijn handelingen merkte ik veranderingen op. Ook acties die ik ondernam ontsproten meer dan voorheen het geval was geweest aan iets in míj, in plaats van aan iets in de buitenwereld dat via het ingeplugd zijn op informatiestromen in mijn blikveld was gekomen.

Mind you: ik ben, over de gehele linie bezien, géén makkelijk te beïnvloeden persoon en mensen die mij goed kennen weten dat juist mijn eigenzinnigheid, autonomie en zelfstandig denkvermogen in veel opzichten eigenschappen zijn die ’ten voeten uit’ bij mij horen. Ik neem niet snel iets van anderen aan en hecht veel waarde en belang aan zelfstandigheid, in allerlei opzichten en zéker ten aanzien van gedachten, analyses, visies en opinies. En toch… had het veelvuldig ingeplugd zijn op externe kanalen kennelijk een wissel getrokken op mijn autonome denken, voelen en doen, zonder dat ik dat in de gaten had gehad.

Na mijn ont-plugging ontstond er ten aanzien van denken, voelen en doen opeens meer ruimte om bewust te ervaren wat zich werkelijk in míj bevond en wat echt ‘van mij’ was, zou je kunnen zeggen. Mijn gedachten, gevoelens en handelingen werden autonomer, meer op zichzelf staand dan voorheen, minder verbonden aan allerlei prikkels afkomstig van plekken buiten mezelf. In de ruimte die ontstaan was, kregen interne aansturingen meer kans mijn gedachten, gevoelens en handelingen mede vorm te geven – aansturingen die, los van hun individuele aard en effect, bij mij hoorden en niet afkomstig waren van, of verweven waren met, de externe informatiestromen waar ik voorheen tamelijk veelvuldig op ingeplugd was.

Van reactief naar autonoom
Mijn denken, mijn voelen en mijn handelen werden dus minder reactief qua aansturingen; in de nieuw ontstane ruimte bleken gedachten, gevoelens en handelingen die werkelijk vanuit een plek in mezelf kwamen veel meer ‘Lebensraum’ te krijgen.

Het was duidelijk waarneembaar: steeds vaker viel me op dat gedachten die kwamen bovendrijven een authenticiteit, een oorspronkelijkheid hadden die me vertelde dat ze werkelijk ontsproten aan iets in mezelf. En het werd steeds makkelijker de oorsprong van zich aandienende gevoelens te traceren en echt contact te maken met wat ik – ikzelf, helemaal op mezelf staand – werkelijk voelde ten aanzien van een kwestie. Uiteraard traden er daardoor ook veranderingen in mijn handelen op, want mijn handelen stoelde meer en meer op ándere gedachten en gevoelens dan voorheen het geval was geweest.

Deze veranderingen had ik niet voorzien toen ik besloot mezelf goeddeels te gaan ont-pluggen – niet in de laatste plaats omdat ik helemaal niet in de gaten had gehad dát er sprake was van een factor reactiviteit die het gevolg was van mijn voormalige ingeplugd zijn. Maar ik verwelkomende ze met verwondering en vreugde, want ze brachten me weer dichter bij mezelf – mijn éigen gedachten, gevoelens en aansturingen – dan voorheen het geval was geweest.

Toen ik me begon te realiseren wát er precies veranderd was, besefte ik al snel dat dit belangrijke stappen waren op het pad van komen tot steeds meer autonomie in denken, voelen en handelen. Autonoom (kunnen) denken, voelen en handelen vereist een bepaalde ‘loskoppeling’ en mijn ontplug-actie bleek me daarbij enorm goede diensten te bewijzen.

Reactiviteit als sneaky indringer die we vaak niet opmerken in onszelf
Hand in hand met de verwondering en de vreugde was er echter ook verbazing en onthutsing: verbazing en onthutsing over de impact die ‘ingeplugd zijn’ op informatiestromen – van welke aard of in welke hoedanigheid ook – ongemerkt heeft op onze binnenwereld en dan met name over de mate waarin dat bijdraagt aan het hebben of vormgeven van gedachten en gevoelens die (deels) berusten op een reactieve aansturing terwijl we helemaal niet in de gaten hebben dát een significant deel van onze gedachten en gevoelens een reactieve component bevat.

Ik ben al lange tijd goed doordrongen van het belang van non-reactiviteit in ons handelen. Ik wéét hoe belangrijk het is te pogen je handelingen, je acties vanuit een soort stillpoint in jezélf te laten ontstaan, in plaats van reactief in te springen op iets in de buitenwereld dat reactief gedrag (‘reageren op’) uitlokt. Ik ben ook één van de eersten die erkent dat handelen vanuit non-reactiviteit helemaal zo makkelijk nog niet is; het is letterlijk makkelijker gezegd dan gedaan, zeker voor mensen die een sterke vuurcomponent en/of veel passie in zich dragen. De jongere versie van mezelf kent de valkuilen van handelen vanuit reactiviteit maar al te goed. Maar die jongere versie is gegroeid en heeft zich verder ontwikkeld en naarmate de jaren vorderden ben ik steeds bekwamer geworden in het beteugelen van de reactiviteit in mijn handelen. Van ‘perfectie’ is in dat opzicht nog zeker geen sprake – niets menselijks is mij vreemd – maar sinds ik me bewust ben geworden van het grote belang van non-reactief handelen probeer ik waar mogelijk te handelen vanuit kalmte in mezelf, vanuit mezelf – en niet vanuit triggers die me verleiden tot ‘reageren op’.

Natuurlijk lukt het me niet altijd volledig non-reactief te handelen (zolang we geen zenmeester zijn die op een hoge bergtop in stilte zit te mediteren zullen er altijd situaties zijn die ons in reactiviteit weten te trekken), maar over de hele linie bezien ben ik tegenwoordig niet een mens dat gekenmerkt wordt door een sterke mate van reactiviteit in haar handelen. En tóch… moest ik nu constateren dat er meer sprake was van reactiviteit dan ik in de gaten had gehad – niet zozeer in mijn externe uitingen, maar aan de binnenkant, op het vlak waar de funderingen onder onze gedachten en gevoelens liggen.

Waaraan ontspruiten actuele gedachten en gevoelens?
Dankzij alles wat ik ge- en bestudeerd heb in de context van mijn werkzaamheden ben ik goed bekend met veel aspecten van de werking van de menselijke psyche en weet ik dat, in elk van ons, tal van onbewuste aansturingen onze huidige gedachten en gevoelens mede vormgeven. Een groot deel van mijn werkzaamheden met individuele mensen is gericht op het bewust maken van aspecten die zich voorheen in het onbewuste of minder bewuste deel van de persoon bevonden, waarbij het dan vooral vaak gaat over aansturingen die te herleiden zijn op ervaringen, dynamieken, pijnpunten en rollen uit het verleden van de persoon. We dragen allemaal een enorme ‘rugzak’ met ons mee die gevuld is met allerlei ervaringen die een wissel op ons getrokken hebben, hebben bijgedragen aan wie en hoe we vandaag zijn en die vaak nog stééds een invloed op ons uitoefenen in het heden, en een belangrijk deel van mijn werk is toegespitst op het werken met de inhoud van die ‘rugzak’ die mensen dragen.

Ik weet, zowel als professional als als mens, heel goed dat het simpelweg onmogelijk is tot enige ware autonomie in denken, voelen en handelen te kunnen komen zo lang mensen zichzelf niet bekend hebben gemaakt met de inhoud van hun ‘rugzak’ en daar niet actief, bewust en met radicale eerlijkheid mee aan de slag zijn gegaan. Wie weigert dat werk te doen, wordt op talloze manieren beïnvloed door factoren die met hem of haar aan de haal gaan en zal nooit ware autonomie over de eigen gedachten, gevoelens en handelingen kunnen claimen. Dat alles weet ik als geen ander en het werken met en aan mijn eigen ‘rugzak’ is al decennia lang een ongoing process, een inherent onderdeel van mijn wijze van in het leven staan en de verantwoordelijkheden nemen en dragen die de mijne zijn – mede omdat ik zo veel mogelijk autonoom wil kunnen zijn in alle opzichten en ik niet in reactiviteit getrokken wil worden door elementen uit mijn rugzak.

Maar verdorie, nu kwam ik, ondanks dat alles, tot de ontdekking dat er in mijn binnenwereld sprake was van een factor reactiviteit die ik met al mijn diepgaande ‘rugzakwerk’ niet had kunnen voorkomen: een reactiviteit die geactiveerd werd niet door elementen uit mijn ‘rugzak’, maar door informatie die vanuit de buitenwereld tot mij kwam en die, zonder dat ik dat in de gaten had gehad, in mijn binnenwereld een wissel bleek te trekken op míjn actuele gedachten en gevoelens. Alles dat ik weet over de werking van de menselijke psyche, al mijn kennis over de manieren waarop beïnvloeding zoal kan werken, al mijn uitvoerige studies van de mechanismen van mind control die op ons uitgeoefend kunnen worden ten spijt bleken de gedachten die ik over bepaalde dingen had en de gevoelens die bepaalde onderwerpen in mij opriepen niet volledig werkelijk de mijne te zijn, maar deels beïnvloed te zijn door de informatiestromen waarop ik ‘ingeplugd’ was geweest.

Een onthutsende vaststelling, niet in de laatste plaats omdat ik besef dat dit geldt voor iederéén die ‘ingeplugd’ is, op wat voor netwerken van informatie dan ook, of het nu online of offline is… We worden ‘in reactiviteit getrokken’ zonder dat we dat in de gaten hebben, óók degenen die wél met hun ‘rugzak’ en diepgaand schaduwkantenwerk aan de slag zijn gegaan…

Het grote cadeau van ont-pluggen
Nu ik, sinds mijn ont-plugging, merk welke oorspronkelijke gedachten er deze weken in mij opkomen, welke op zichzelf staande gevoelens zich nu in mij aandienen en welke handelingen of acties ik nu besluit te ondernemen volledig vanuit mezelf en ik het contrast kan waarnemen tussen hoe het nú is en hoe dingen vóór de ont-plugging waren, kan ik niet anders dan concluderen dat mijn interne processen nu veel autonomer zijn dan voorheen – en dat er voorheen dus sprake was van een portie reactiviteit in mijn denken, voelen en handelen. Een portie reactiviteit die ik niet in beeld had, maar die wel ten koste ging van mijn vermogen autonoom te kunnen denken en goed contact te kunnen maken met wat ík werkelijk voel en wil doen.

Ik ben ontzettend blij en dankbaar dat ik de sneaky indringer die reactiviteit heet nu heb opgemerkt en dat deze automatisch een héleboel speelterrein heeft verloren sinds ik mezelf op meerdere vlakken heb ont-plugd. Als iemand me ooit zou hebben verteld over dít voordeel van jezelf ont-pluggen, zou ik waarschijnlijk al veel eerder tot die stap zijn overgegaan…

En… er is méér waar ik blij over ben en dankbaar voor ben, want naast het komen tot meer autonomie in denken, voelen en handelen is er nog een verandering in mijn binnenwereld opgetreden in de ruimte die is ontstaan sinds ik mezelf ont-plugd heb: mijn vermogen tot ‘schouwen op afstand’ is enorm toegenomen en dát bleek ruimte te bieden aan perspectieven en daaruit voortkomende inzichten die voorheen niet de kans kregen aan bod te komen.

Schouwen op afstand
Onder ‘schouwen op afstand’ versta ik het kijken naar dingen ‘vanaf een afstandje’, het kijken naar dingen met enige afstandelijkheid tót de dingen waarnaar gekeken wordt. Het kijken náár de film, in plaats van om je heen kijken terwijl je je ín de film bevindt.

Ook mijn vermogen dat te doen is flink toegenomen sinds ik mezelf ‘ont-plugd’ heb. En dat is eigenlijk hartstikke logisch. Schouwen op afstand is immers alleen mogelijk wanneer we met enige afstand tót dingen náár de dingen kunnen kijken – en niet wanneer we ondergedompeld zijn in, of verstrengeld zijn met, de informatiestromen die gaan over de dingen in kwestie en onze aandacht ín de informatiestroom trekken.

Wanneer we ‘ingeplugd zijn op’ informatiestromen, worden wij zelf, in meer of mindere mate, ‘opgenomen in’ die informatiestromen. Al onze intenties dat niet te laten gebeuren ten spijt: het gebeúrt, of we dat nou willen of niet. Wij pluggen onszelf in op een informatiestroom, en op het moment van ‘inpluggen’ gebeurt er ook iets anders: de informatiestroom krijgt ook een toegang tot óns (informatie in-formeert: het geeft mede vorm aan dingen in onze binnenwereld); er ontstaat een verbinding die ons verbindt mét die informatiestroom en die nooit slechts eenzijdig werkt. We worden ‘deel van de film’, ongeacht onze intentie slechts een toeschouwer te zijn. Van werkelijk schouwen op afstand kan dan geen sprake meer zijn. Je bent immers in de film beland.

Wil je werkelijk kunnen schouwen op afstand, dan dien je jezelf úit de film te halen. Ont-pluggen dus. Loskomen van de informatiestroom waarop je jezelf had ingeplugd.

Een ruimere blik
Eenmaal ont-plugd wordt het, zoals eerder beschreven, een stuk makkelijker contact te maken met wat je nou werkelijk zelf ergens over denkt, wat jíj voelt, wat joúw visie is en welke actie jij, vanuit jezélf, zou willen ondernemen én wordt, logischerwijze, het schouwen op afstand, het kijken náár dingen – in plaats van erin ‘meegezogen’ of ‘opgenomen’ te worden – mogelijk. En dát samenspel van factoren biedt ruimte, zo ontdekte ik, voor het komen tot ruimere perspectieven en, van daaruit, het komen tot inzichten over contexten en dynamieken die ons voorheen ontgingen.

Ont-pluggen geeft ruimte voor het komen tot een ‘ruimere blik’. En dat is logisch. Wanneer reactief denken en reactief gedrag in ons worden getriggerd (bijvoorbeeld doordat we ingeplugd zijn op informatiestromen) ligt onze focus immers al snel op slechts een relatief klein aspect van een groter geheel. We zoomen dan in op dat éne ding waar we re-actief op reageren, in plaats van vanuit een plek van rust in onszelf bewust zélf, autonoom, een gedachte of gedrag vorm te geven. Er treedt een soort bewustzijnsvernauwing op, zou je kunnen zeggen. Een stukje tunnelvisie, waarbij we het grotere geheel uit het oog verliezen. We focussen onze aandacht op dat éne aspect waar we op dat moment op gericht zijn, druk doende met reactief ageren, en doordát we daar zo op gericht zijn vallen andere elementen automatisch buiten ons blikveld.

Ont-plug je jezelf, stap je úit de film, dan ontstaat er opeens ruimte om veel méér waar te nemen dan waarneembaar was toen je ín de film zat. Je ziet niet langer slechts de elementen van de film maar kunt opeens ook het beeldscherm zien waarop de film wordt vertoond, evenals de ruimte waarin de film wordt geprojecteerd, andere bezoekers van dezelfde film, andere films die in hetzelfde gebouw worden vertoond en het publiek dat dáárnaar kijkt, de wijk waarin het gebouw staat waarbinnen de film wordt geprojecteerd, de regio waarin die wijk gelegen is, het land waar die regio in gelegen is, allerlei elementen die zich óók in die omgevingen bevinden en ageren, et cetera. Je kunt opeens een veel ruimer blikveld hebben en dat ruimere blikveld biedt ruimte aan ándere perspectieven, die op hun beurt nieuwe inzichten kunnen (en zullen!) bieden – inzichten in dynamieken en ruimere contexten die voorheen letterlijk niet waarneembaar voor je waren en nu opeens wel. En dat kan een héleboel significant veranderen voor je, kan ik je inmiddels uit ervaring vertellen…

Lans
Het zal je inmiddels wel duidelijk zijn: met deze zaailing wil ik graag een lans breken voor ‘ont-pluggen’. Niet alleen omdat ik sinds mijn ont-plugging aanhoudend ervaar wat ont-pluggen mij allemaal brengt en ik jou soortgelijke ervaringen toewens, maar vooral omdat ik ben gaan beseffen hoezeer ingeplugd zijn grote wissels trekt op ieders binnenwereld en op ieders vermogen werkelijk autonoom te kunnen denken, voelen, handelen, schouwen, waarnemen… en met name dat laatste acht ik van immens belang.

We zijn mensen, behorend tot het collectief dat ‘mensheid’ heet. Ons deel uitmaken van het collectief mensheid maakt dat we in een aantal opzichten allemaal met elkaar verbonden zijn. En verbinding is belangrijk, van wezenlijk belang zelfs in een aantal opzichten. Maar ieder mens is ook een individu, en wanneer het individu ‘meegezogen wordt in’ of ‘opgaat in’ een collectief gaan er dingen die óók van wezenlijk belang zijn verloren.

We hebben als mens allerlei eigenschappen die een uiting zijn van het gegeven dat we ‘tribal creatures‘ zijn, sociale wezens, groepsdieren. Eén van die eigenschappen is dat we graag verbinding ervaren – verbinding met ‘soortgenoten’ of ‘gelijkgestemden’. Maar daarin schuilt ook een grote valkuil die heel gevaarlijk kan zijn: de valkuil dat we ons individuele vermogen autonoom te kunnen denken, voelen, waarnemen en handelen, ondermijnen, beschadigen of zelfs verliezen doordat we verbindingen aangaan die juist dát vermogen ondermijnen…

Willen we als mensen en mensheid op een gezonde en natuurlijke manier ‘voorwaarts’ gaan in onze menselijke evolutie dan is het van essentieel belang dat ons vermogen, joúw vermogen, autonoom, zelfstandig te kunnen denken, voelen, waarnemen en handelen nooit verloren gaat. Wanneer we dat vermogen, die autonomie, kwijtraken of opgeven, verliezen we namelijk een essentieel element van wat het betekent mens te zijn.

Ons huidige massale ‘ingeplugd zijn’ op allerlei informatiestromen, zowel online als offline, is vanuit dit perspectief bezien letterlijk levens-bedreigend – bedreigend voor wat het betekent waarlijk een levend MENS te zijn.

Met onze hang naar verbinding met ‘gelijkgestemden’, onze honger naar (of zelfs verslaving aan) informatie en de conditioneringen die maken dat we het ‘normaal’ zijn gaan vinden veelvuldig ingeplugd te zijn op allerlei netwerken en informatiestromen, riskeren we met de dag meer ten prooi te vallen aan hive mind structuren en mechanismen van mind control (beïnvloeding die middels de mind plaatsvindt, maar van daaruit ook doorwerkt op gevoelens en gedragingen) die langzaam maar zeker, vaak heel subtiel maar daarom niet minder werkzaam, onze autonome vermogens steeds meer ondermijnen en ‘opsnoepen’.

De lans die ik hier breek, breek ik dus niet alleen omwille van jou, maar ook omwille van een veel ruimere context: de context van mens-zijn, en van het belang van het behoud van een aantal vermogens die van mensen… mensen maken.

Wat ont-pluggen jou persoonlijk ‘op microniveau’ kan opleveren, kun je alleen maar zelf ervaren dóór te ont-pluggen. Zelf zie ik mijn recente ‘ont-plugging’ als één van de beste keuzes die ik ooit gemaakt heb, nu ik ervaar en besef dat het niet langer stevig ingeplugd zijn op externe informatiestromen enórm veel verschil maakt in héél veel opzichten.

Wanneer ik vanuit een ruimer perspectief kijk en mijn blik op de mensheid richt, kan ik niet anders dan wensen dat heel veel mensen zichzelf flink gaan ont-pluggen, opdat we een betere kans maken ons vermogen autonoom te kunnen denken, voelen, waarnemen, schouwen en handelen te beschermen en behouden…

Ja, we zijn ‘groepsdieren’. Maar de groep genaamd mensheid wordt gevormd door individuen die beschikken over een set autonome vermogens die te allen tijde beschermd zou moeten worden, willen we kunnen blijven voortbestaan als mensen.
We zijn als mensen natuurlijke, sociale wezens die zowel deel van een collectief als een individu zijn, en hive mind structuren zijn géén natuurlijk onderdeel van mens-zijn.
De hive mind biedt geen ruimte aan autonomie, aan oorspronkelijkheid, aan unieke eigenheid. De hive mind biedt geen ruimte aan alles dat jou werkelijk… jou maakt… Het doet ons onze uniciteit verliezen… en ontneemt ons daarmee een essentieel element van mens-zijn…

☼ © Sharon Kersten, 7 september 2021


Over ‘empaths’, grenzen en verantwoordelijkheden

Er is iets dat elke ‘empath’* op enig moment gaat inzien, wanneer hij/zij eenmaal actief aan de slag is gegaan met oprechte zelfreflectie, eerlijke introspectie en bewuste persoonlijke groei en ontwikkeling:

het gaat, in de verbindingen die een empath aangaat met anderen en de dingen waar hij/zij dan tegenaan loopt, allemaal om persoonlijke en interpersoonlijke grenzen, en verantwoordelijkheden dáár plaatsen en laten waar ze thuis horen: die van de ander bij de ander, die van jezelf bij jezelf.

Lieve empath,

Het is niet jouw taak als ‘boksbal’ voor de triggers, pijnpunten en schaduwkanten van een ander te fungeren. Je hoeft niemand te ‘redden’ en je hoeft niemands ‘voetveeg’ te zijn, noch iemands energetische tankstation of ‘emotionele kliko’ waar maar in gedumpt kan worden al naar gelang de behoeften van de ander.

Jouw taak is zelf de verantwoordelijkheid nemen voor jouw eigen welzijn. En dat behelst: je grenzen kennen, stellen en bewaken en werken aan je éigen triggers, pijnpunten en schaduwkanten.

Verbindingen waarin emotionele chaos, leegloop aan energie en toxiciteit hoogtij vieren worden stuk voor stuk gekenmerkt door de afwezigheid van duidelijke persoonlijke en interpersoonlijke grenzen die bewaakt en gerespecteerd worden, verstrikkingen omtrent misplaatste verantwoordelijkheden en een veelvoud aan projecties van éigen wonden, pijnpunten en andere schaduwaspecten op de ander, al dan niet over en weer.

Niemand zal ooit een ander kunnen veranderen.
Jouw ‘job’ is niet het sleutelen aan een ander.
Jouw ‘job’ is aan de slag gaan met jezelf, zodat jíj gezond in verbindingen kunt gaan staan, met bewustzijn omtrent al deze dingen, een gedegen dosis zelfkennis en eerlijke introspectie zonder vooringenomenheid, en voldoende kracht om je éigen verantwoordelijkheden te dragen – en die van de ander bij de ander te laten.

*) De term ‘empath’ wordt in Engelstalige literatuur gebruikt om te refereren aan mensen die in staat zijn de emoties van anderen in het eigen lichaam/systeem te ervaren. Het is van belang deze term niet te verwarren met het woord ‘empathisch’, dat refereert aan de eigenschap empathie voor anderen te kunnen voelen. Een ‘empath’ zijn is niet de overtreffende trap van empathisch zijn. In de woorden van psychiater Judith Orloff: “Being empathetic is when your heart goes out to someone else; being an empath means you can actually feel another person’s happiness or sadness in your own body.”

© Sharon Kersten, 1 mei 2021


Je hebt geen New (c)Age of externe redder nodig. Het gaat om jou, hier, nu.

Nu meer en meer New (c)Age ‘grootheden’ zich opwerpen als voorstanders van pro-establishment maatregelen die in veel gevallen haaks staan op wat de ‘grootheden’ zelf zoal gepredikt hebben, zou velen duidelijk moeten worden wat ik en vele anderen met mij al jaren lang roepen: de New Age beweging is een beweging die doelbewust gecreëerd is om mensen te misleiden. *)

Slim inspelend op de menselijke behoefte aan zingeving en spiritualiteit in tijden van ontzuiling, heeft de New Age beweging de afgelopen decennia op structurele basis via de sandwichmethode (een laagje waarheid, een laagje leugen, een laagje waarheid) bizarre verdraaiingen aan spirituele waarheden gegeven, waar velen klakkeloos in mee zijn gegaan – omdat het allemaal zo mooi en fantastisch klonk: alles zou uiteindelijk alleen maar ‘licht en liefde’ zijn en er zou weldra een ‘gouden tijd’ aan komen, een fantastische ‘nieuwe wereld’ die het gevolg zou zijn van een ‘kwantumsprong in bewustzijn’ die de hele mensheid ‘5D’ in zou katapulteren.

Begint het iemand inmiddels te dagen dat de binnen New Age gelederen zo bezongen ‘nieuwe wereld’ een kreet is die twee woorden bevat die ook in de kreet ‘nieuwe wereld orde’ voorkomen?
Dat de ‘New Age’ beweging een new CAGE is, wéér een begoocheling, wéér een ‘kooitje’ waarin mensen zich hebben laten ‘parkeren’, wéér een wortel die mensen is voorgehouden om onderwijl heel ándere plannen ten uitvoer te brengen? – plannen waar wij machteloos tegenover staan zolang we menen dat alles ‘licht en liefde’ is, ‘alles goed komt’, ‘verlichting nabij is’, de mensheid weldra een ‘kwantumsprong in bewustzijn zal gaan maken’ en we passief toekijkend wachten op het moment waarop één of andere ‘redder’ ons opeens een ‘prachtige nieuwe wereld’ zal gaan geven…

Als we echte, wezenlijke veranderingen willen die gezondere tijden mogelijk maken, zullen we het zélf en samen moeten doen en zal de verandering in óns moeten beginnen, in het concrete hier en nu – niet alleen in termen van bewustwording maar ook in termen van actie.

Het wachten op een ‘externe redder’ is een diepgewortelde programmering die het écht in onze eigen kracht en soevereniteit stappen belemmert – zoals elke georganiseerde religie maar al te goed weet.

Ons welzijn in handen leggen van een ‘vadertje Staat (of welke externe autoriteit ook) die het beste met ons voorheeft’, is ook zo’n diepgewortelde programmering – ééntje die ons zelfstandig denk- en onderscheidingsvermogen in slaap sust, ‘slaafs gedrag’ in de hand werkt, onze soevereine kracht ondermijnt en ons enorm manipuleerbaar maakt.

Menen dat uiteindelijk ‘het goed altijd wint van het kwaad’ is nog zo’n diepgewortelde programmering – ééntje die ons in afwachtende passiviteit vasthoudt terwijl het ons ‘hopium’ geeft: een hoop die onze actie verlamt en die ons kostbare tijd laat verspillen met ‘in hoopvolle afwachting zijn’.

Menen dat ‘alle mensen in wezen goed en hetzelfde zijn’, is een andere diepgewortelde programmering die velen misleidt. Het is er één die aantoonbaar niet op waarheid berust en die bijdraagt aan het verkeren in een staat van ‘hopium’. De geschiedenis staat bol van gebeurtenissen die het tegendeel van deze programmering al ruimschoots hebben aangetoond.

Je hebt geen ‘open derde oog’ nodig om de realiteit van de stand van zaken in deze aardse realiteit te kunnen zien.
Je twee fysieke ogen goed openen is stap 1 van welke gewenste positieve verandering ook.
We moeten het zélf doen, samen met elkaar, wij ‘gewone mensen’.
In het HIER en NU.
In en vanuit onze eigen kracht.
Startend op het vierkante metertje waarop we ons bevinden.

Zoals Melissa Etheridge al zong: We are the ones we’ve been waiting for”.

*) Neem niks van mij aan, maar doe je eigen onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van de New Age beweging. Daar is van alles over te vinden online. Een waarschuwing daarbij: wees bereid een aantal wellicht diepgekoesterde denkbeelden los te laten. En weet: spiritualiteit is géén synoniem van ‘New Age’. Spiritualiteit is in joú te vinden, vanuit het aardse hier en nu, op je eigen vierkante metertje. Jij. Hier. Nu.

☼ © Sharon Kersten, 28 oktober 2020


Be. Here. Now.

Velen hebben ons er al op gewezen en toch is het vaak ontzettend moeilijk voor ons het te doén:
HIER
ZIJN,
NU.
In het nú zijn, in het enige moment dat er nu is en dat we nu werkelijk kunnen beleven.

“Remember that there is only one important time and it is Now.
The present moment is the only time over which we have dominion” schreef Leo Tolstoy.

“The point of power is always in the present moment” schreef Louise Hay.

Eckhart Tolle wijdde zelfs een heel boek aan ‘The Power of Now’.

Hoe je het ook wendt of keert: alleen in het nú kunnen we er echt, helemaal, zíjn.
Alleen in het nu kunnen we dat wat we hier en nu leven noemen werkelijk beléven.
Al het andere is een ‘mindgame’. En de mind die wij als mensen hebben is een meester in overal behalve in het hier en nu zijn, met name wanneer we het hier en nu als niet prettig ervaren.

Wanneer het hier en nu ons onzeker, angstig, verdrietig of onrustig maakt, verplaatsen we vaak heel rap onze aandacht naar een ander punt in de tijdlijn, vaak zonder dat we daar enige bewuste moeite voor doen en menigmaal zelfs zonder dat we dat echt goed in de gaten hebben. Het is wat gebeurt, wat ons ‘overkomt’, wanneer we onze mind het roer in handen laten nemen: we vestigen onze gedachten op prettigere momenten die hopelijk in de toekomst liggen, of we vervallen in mijmeren over voorbije dagen waarin dingen ‘beter’ waren. En hoewel we daar soms enige soelaas in kunnen vinden – of menen te vinden – is het een feit dat we op dat soort momenten niet met onze aandacht en ons bewustzijn dáár zijn waar we een verschil kunnen maken: in het nu, het enige moment waarop we een invloed kunnen uitoefenen.
Het hier en nu is het enige moment waarop we onze kracht kunnen aanwenden om dingen ánders te maken.
Aan het verleden kunnen we niets meer veranderen en de toekomst is altijd ongewis en op dit moment nog niet te kennen.

Alleen in het nu kun je iets doén dat een verschil kan maken – in situaties, ten aanzien van gemoedstoestanden die je beleeft en ten aanzien van gevoelens die je ervaart.

Alleen in het nu kun je er echt helemaal ZIJN en een verschil maken – op welk vlak dan ook en op wat voor wijze dan ook.

Alleen daar waar je volledig aanwezig kunt zijn, kun je je kracht, je focus en je energie aanwenden om een verschil te maken in de dingen die je ervaart.

De sleutel tot gewenste veranderingen is alleen maar in het hier en nu te vinden.
Hij ligt in jouw handen, in het hier en nu.

Terugblikken op het verleden kan behulpzaam zijn om dingen te evalueren, om een inventaris te maken van dingen die je zou willen behouden en dingen die je voortaan juist ánders zou willen doen of vormgeven en om je even te ‘laven’ aan fijne momenten die je reeds ervaren hebt en de mooie herinneringen die je daaraan hebt.

Fantaseren en visualiseren over de toekomst kan behulpzaam zijn om je visie voor de toekomst helder te krijgen en scherp te stellen, gevoelsmatig alvast een connectie te maken met ‘hoe het zou zijn als’ en een prettig gevoel op te roepen dat gekoppeld is aan een toekomstscenario dat je als fijn, plezierig, rustgevend en positief ervaart.

Maar wil je ook maar één ding van de prettige dingen die je voor jezelf wenst realiteit laten worden, dan heb je werk te doen in het hier en nu, precies in dit ene moment dat het NU is.

Alleen in het hier en nu kun je je kracht, je energie, je intentie en je aandacht aanwenden om een nieuwe realiteit te creëren. Dus stap 1 van wát je ook maar wenst voor jezelf, is héél bewust aanwezig zijn in het NU. Hier zijn, nu. Totaal. Met een radicale acceptatie van alles dat er NU is. Alleen vanuit dát punt kun je beginnen met bouwen aan iets nieuws.

Wie bouwt zonder te accepteren wat er nú is, riskeert luchtkastelen te bouwen die blijven ‘drijven’ in het luchtledige omdat ze niet geankerd zijn in het aardse moment van het nu, óf dingen te bouwen die scheef staan en vroeg of laat zullen gaan omvallen omdat ze niet gebouwd zijn op een solide en goed uitgelijnde fundering.

Radicale acceptatie van alles dat er NU is betekent niet dat je blij of tevreden bent met de dingen die er nu zijn, zoals ze nu zijn. Het betekent dat je accepteert, volledig, dat de dingen die er nu zijn ER NU ZIJN. Het betekent: niet wegkijken, niet je hoofd afwenden, niet je kop in het zand steken maar dingen áánkijken en tegen jezelf zeggen: “Ja, zo is het nu, dit is de stand van zaken nu en of ik het nu leuk vind of niet; dit is wat het nu is.” En dán… kun je je kracht, je energie, je aandacht, je intenties en je focus gaan aanwenden om te gaan bouwen aan iets ánders. Vanuit een totale acceptatie van het nu, waar alles nú is zoals het nu is en waar jij NU bent, heel bewust, heel aanwezig, helemaal ‘uit één stuk’.

Dus hoe het ‘hier en nu’ er nu ook uitziet voor je: bén er, ben HIER, NU, met alles dat in je is.
En ga vanuit hiér, nu, aan de slag met de kracht en de invloed die je gegeven is.

Jij bent de sleutel.
Jij. Hier. Nu.

❤️

☼ © Sharon Kersten, 17-04-2020

Fight-Flight-Freeze voorkomen: veiligheid en verbinding vinden in het ‘groene’ hier en nu

In onrustige tijden waarin we veel prikkels, veel onzekerheden, een grote mate van stress en veel spanningsvolle momenten te verduren krijgen, komen onze innerlijke systemen flink onder druk te staan. En dat doet een hoop met ons.
Op mentaal, psychisch en emotioneel vlak kunnen we dan te maken krijgen met gevoelens van overweldiging en een scala aan moeilijk te hanteren emoties en gemoedstoestanden, terwijl ons autonome zenuwstelsel – dat niet onder invloed staat van onze wil en bijna alle onbewuste functies en processen in het lichaam regelt – te kampen krijgt met specifieke veranderingen die kunnen optreden ten gevolge van een toename van stress.

Onderstaande afbeelding liet ik mensen tot nu toe alleen zien tijdens individuele consulten, wanneer hun specifieke individuele situatie daar aanleiding toe gaf. Vandaag heb ik echter besloten deze afbeelding hier te publiceren en er een blog aan te wijden, omdat de huidige periode zó rijk aan spanningen, onzekerheden en stress is dat deze informatie nu voor ons allemaal van waarde is – voor onszelf én voor de mensen om ons heen.

Energieën van onrust, onzekerheid, zorgen, stress en angst bewegen momenteel als grote golven door het collectieve veld heen en linksom of rechtsom, in meer of in mindere mate, krijgen we daar in deze periode allemaal op enig moment ‘een tik van mee’. Weten wat je kunt doen om ervoor te zorgen dat je zo veel mogelijk in een staat van relatieve ont-spanning kunt blijven verkeren, of weten wat je kunt doen om daarnaar terug te keren als je er even ‘uitgehaald’ bent, is van grote waarde in tijden als deze.

De afbeelding die je hier ziet maakt duidelijk wat er in ons gebeurt wanneer spanning, stress en/of opwinding ons uit een staat van ont-spanning halen (de groene zone) en we meer en meer terechtkomen in de zijnstoestanden waar we in ‘overlevingsmodus’ schieten (de rode en blauwe zone).

De groene zone: ont-spanning

Wanneer we ons in de groene zone bevinden, ervaren we een staat en een zekere mate van ont-spanning. Er kan dan evengoed wel wat sprake zijn van factoren die stress, spanning of opwinding creëren, maar deze zijn nog redelijk goed tot goed te handelen en gaan niet met ons aan de haal.

Een beetje groen, een beetje rood: spanning & herstel

Wanneer de stress, spanning of gevoelens van opwinding toenemen, of langdurig aanhouden, riskeren we terecht te komen in het gebied waar groen overgaat in rood. De golvende lijn die daar te zien is, illustreert hoe we ’tussen groen en rood heen en weer kunnen gaan’ wanneer we afwisselend in staten van (relatieve) ont-spanning en in staten van spanning verkeren: soms komen we even in het rode gebied terecht, maar het lukt ons ook nog onszelf weer in de ‘groene zone’ te brengen. De dingen die in de groene zone genoemd worden helpen ons in een (relatieve) staat van ont-spanning te blijven óf daar weer te komen. Bewust aanwezig zijn in het hier en nu, goed gegrond zijn, mindful zijn en erin slagen je te verbinden met vreugde, empathie, compassie en creativiteit helpen allemaal om in het groene gebied te verblijven óf daarnaar terug te keren wanneer we even in ‘rood’ terecht zijn gekomen.

De rode zone: flight of fight

Wanneer het niet meer lukt onszelf nog terug te brengen naar de groene zone, komen we terecht in het gebied waar onze basale overlevingsmechanismen geactiveerd worden. Afhankelijk van de situatie én van hoe jij als mens zelf in elkaar zit, kunnen er dan 2 dingen gebeuren: óf je komt in ‘flight’-modus terecht, óf de ‘fight’-modus wordt geactiveerd.

Als je in de ‘flight’-modus schiet, gaan gevoelens van zorgen, nervositeit, angsten en paniek met je aan de haal en zou je eigenlijk het liefst willen vluchten, wég van de dingen die de vervelende gevoelens triggeren en voeden. Zou de ‘flight’-modus een stem hebben, dan zou deze je dingen zeggen als: “Maak je uit de voeten; zorg dat je wegkomt van de dingen die je nu bedreigen en verzwakken!” In ‘flight’-modus duik je – energetisch gezien – in elkaar, maak je je klein in een poging jezelf te beschermen en zet je overlevingsmechanisme je aan tot het zoeken naar een uitweg uit de ellende, een ontsnappingsroute, een nooduitgang die je kunt gebruiken om je uit de voeten te maken, weg van stress, spanning en opwinding die je overhoop halen.

Kom je in de ‘fight’-modus terecht, dan spelen er gevoelens van frustratie, irritatie, boosheid en woede op: gevoelens die je niet aanzetten tot vluchten, maar juist tot het ‘aangaan van een gevecht’ met datgene wat je bedreigt en zo veel onrust creërt. De gevoelens die opspelen worden zodanig gekanaliseerd dat we ‘vechtgedrag’ gaan vertonen, in een poging dat waar we last van hebben te ‘bevechten’ en er op die manier vanaf te komen. Zou de ‘fight’-modus een stem hebben, dan zou deze je dingen zeggen als: “Laat je niet op de kop zitten! Vecht terug! Laat zien/horen dat je dit niet pikt!”

In de rode zone gaan de stress, spanning en opwinding die we ervaren flink met ons aan de haal, maar hebben we nog wel het gevoel iets te kunnen doén dat kan bijdragen aan het verminderen van de stress die we ervaren – ofwel door te vluchten, ofwel door te vechten. Heel anders is dit wanneer de stress, spanning en opwinding zó intens zijn dat we in de blauwe zone terechtkomen:

De blauwe zone: freeze

Eenmaal in de blauwe zone zijn we voorbij het punt van overweldiging gekomen en hebben we niet meer het gevoel nog iets te kunnen doen dat kan bijdragen aan het verminderen van de intense stress en spanning die we ervaren. De spanning is simpelweg té groot, de stress té intens en we voelen ons er compleet overweldigd door. Het gevoel zelf nog iets te kunnen doen om de situatie te veranderen is er niet meer; het heeft plaatsgemaakt voor gevoelens van machteloosheid en krachteloosheid, voor een ‘ik kan hier niks aan veranderen’.

De mate en intensiteit van de spanning en stress waar we mee te kampen hebben wanneer we eenmaal in de blauwe zone terecht zijn gekomen, is te veel, te groot, te overweldigend en we voelen al onze kracht uit ons systeem stromen. We voelen ons machteloos, zwak, hulpeloos en kunnen geen energie meer aanwenden om nog te vluchten of vechten. In plaats daarvan ‘bevriezen’ we. We voelen ons immobiel, ‘verlamd’ door de situatie. Het enige dat we nu nog kunnen doen, is proberen alle vervelende gevoelens te verdoven, te dempen, of ons daarvan te dissociëren. En ondertussen bereiden we ons voor op het ergste, want de situatie waar we ons nu in bevinden voelt zo hopeloos en uitzichtloos dat we ons (bijna) niet meer kunnen voorstellen dat het nog beter kan worden.

De weg terug: hulp, hoop & handvatten

Zoals de dikke zwarte lijn in bovenstaande afbeelding laat zien, is het niet zo dat we ons permanent in ‘flight’, ‘fight’ of ‘freeze’ bevinden. Gebeurtenissen kunnen ons vanuit een staat van (relatieve) ont-spanning in een staat van ‘flight’ of ‘fight’ brengen en van daaruit kunnen we doorschieten naar een staat van ‘freeze’, maar in principe blijft niemand permanent in één van deze staten verkeren.

Hoe kom je úit de blauwe zone en uit de rode zone? Door dingen in te zetten die de gevoelens die dáár spelen, afzwakken. En dat kan op velerlei manieren. Hulp is altijd zeer welkom – en vaak niks minder dan essentieel om iemand weer uit een staat van ‘freeze’ te krijgen – en handvatten (hebben of aangereikt krijgen) die helpen de staat van ‘bevriezing’ te ontdooien en de overlevingsmechanismen van ‘vluchten’ of ‘vechten’ tot rust te brengen, zijn je beste ‘medicijnen’ hier.

In een staat van ‘freeze’ betekent dit dat er middelen of mensen nodig zijn die je helpen uit de dissociatie, de verdoving en de depressie te komen en gevoelens van schaamte, hulpeloosheid, hopeloosheid en uitzichtloosheid te verzwakken of overkomen, zodat je je eigen energie weer kunt gaan voelen en kunt laten stromen en er weer hoop gloort aan het einde van de tunnel.
Wat is de beste remedie tegen een staat van ‘bevrorenheid’? Warmte – in al haar vormen. De warmte van een luisterend oor, begripvolle ogen, warme schouders waar je je even aan vast kunt houden en de stem van iemand die je een ander perspectief aanreikt, steun aanbiedt en je eraan herinnert dat je niet hulpeloos bent, dat je situatie niet hopeloos is, dat je niet krachteloos bent maar dat je slechts in een staat van verlamming terecht bent gekomen omdat het je even allemaal te veel is geworden – en dat je daar weer uit kunt komen, met hulp en handvatten die een hoopvol perspectief openen.

In een staat van ‘flight’ of ‘fight’ zijn er middelen of mensen nodig die je helpen weer meer te ontspannen, zodat de gevoelens die je flight-mechanisme of je fight-mechanisme aanjagen tot rust kunnen komen. Wat zijn de dingen die je daarbij kunnen helpen? Alle dingen die je helpen in de groene zone te verkeren, in de staat van ont-spanning:

  • Bewust in het hier en nu aanwezig zijn en je in het hier en nu verbinden met dingen die voedend voor je zijn en die een grondend, centrerend en ontspannend effect op je hebben.
  • Je verbinden met mensen en elementen in je omgeving die een positief effect op je hebben – die je helpen je weer te verbinden met gevoelens van vreugde, warmte, ontspanning, liefde en veiligheid.
  • Mindful aanwezig zijn op je eigen vierkante metertje en je aandacht dáár houden (in het bijzonder bij de elementen die je gevoel van veiligheid en verbinding voeden), om onnodige overweldiging door veel te veel prikkels te voorkomen.
  • Ervoor kiezen met een blik van openheid, nieuwsgierigheid en compassie naar de wereld om je heen – én naar jezelf! – te kijken en jezelf zo de kans geven te ervaren wat dát met je doet.
  • Je creativiteit aanboren en laten stromen, zodat je jouw scheppingskracht weer kunt gaan voelen en je ‘aan den lijve’ ondervindt dat jij wel degelijk verschil kunt maken in deze wereld, ongeacht de situatie waarin je je bevindt.

Alle dingen die in de groene zone benoemd zijn, helpen ons enorm om zo veel mogelijk in de groene zone te zíjn en te blijven. En er zijn talloze andere dingen die in de groene zone opgeschreven kunnen worden en die allemaal kunnen bijdragen aan het verkeren in een staat van ont-spanning en het ervaren van verbinding en veiligheid in jezelf en in relatie tot de omgeving. Een aantal andere dingen die helpen om zo veel mogelijk ‘in de groene zone te zijn’, zijn:

  • meditatie
  • massage
  • lachen, vreugde ervaren, zingen, muziek maken
  • fysiek bewegen, dansen, spanningen uit je fysieke lijf laten wegvloeien
  • wandelen in de natuur
  • betekenisvolle verbindingen met vrienden onderhouden
  • constructieve, prettige dingen ondernemen met vrienden of geliefden
  • een vriendelijke uitreiking doen naar anderen
  • de nieuwsstroom / mate van prikkelende informatie die je tot je neemt beperken.

We kunnen angstige gedachten en overprikkelde zenuwstelsels helpen weer tot rust te komen door dit soort eenvoudige dingen te doen die ons terugbrengen in een staat van kalmte, openheid en sereniteit, waar we op ons best zijn en het beste in staat zijn de problemen die er zijn met creativiteit en vindingrijkheid het hoofd te bieden.

De middelen die ons helpen zoveel mogelijk in de groene zone te zijn, nemen geen problemen weg die er feitelijk zijn in de wereld waarin we verkeren. Maar zij stellen ons wel in staat anders om te gaan met die problemen en bij het samenleven met of aangaan van die problemen te handelen vanuit een plek van sereniteit, kracht, creativiteit en medemenselijkheid.
Het alternatief is dat we de problemen het hoofd proberen te bieden vanuit gevoelens van boosheid, angst, depressie en uitzichtloosheid.

Hoe lastig, moeilijk, zwaar, onzeker, uitdagend, veelvragend en complex de situatie ook is waar we ons nu met z’n allen in bevinden: we hebben altijd een keuze. En wanneer we ervoor kiezen zo veel mogelijk terug te keren ‘in het groen’ en op die manier heel dichtbij ons ware, authentieke zelf te zijn en te blijven, kunnen we een deel van de oplossing zijn.
Wat jij doet, welke keuze jij maakt, maakt een groot verschil – voor jou én voor degenen met wie je verbonden bent.

Ik wens je veel ‘groen’ toe:
veel balans – waar je zelf een verantwoordelijkheid voor draagt,
veel natuur – waar je een onlosmakelijk deel van bent,
en veel liefde, die je hopelijk rijkelijk laat stromen.

Big Love,
Sharon

☼ © Sharon Kersten, 03-04-2020

Communicatie in tijden van isolatie (en niet alleen dan): gun elkaar je stem

Er zijn talloze kleine en grote(re) dingen die van jou een uniek individu maken. Dingen waarmee je je onderscheidt van anderen; dingen die zo specifiek aan jou toebehoren dat ze door een ander niet of nauwelijks na te bootsen zijn.
Eén van die dingen, is je stem. De klank van jouw unieke stemgeluid.

Zoals jij klinkt, wanneer je gewoon je eigen stemgeluid produceert, klinkt niemand anders. En in de klanken van jouw stem ligt een schat aan waardevolle informatie besloten – voor wie kan luisteren en kan voelen.

Een wereld vol woorden

We leven in een wereld waarin we veelvuldig worden blootgesteld aan woorden. De tijd waarin onze voorgangers nog louter communiceerden middels klanken, ligt ver achter ons en op het uiten van oerkreten kijken we vaak laatdunkend neer. Wij hebben dat soort ‘basale’ en primitieve communicatievormen immers niet meer nodig, vinden we: wij hebben woordentaal nu, om te communiceren met elkaar! We beschikken over immense registers van woorden waaruit we kunnen putten om dat wat we willen uiten, over te brengen aan een ander.

Maar er is één groot probleem met woorden, waar we ons vaak veel te weinig van bewust zijn. Woorden zijn symbolen die verwijzen naar iets. Woorden zijn nooit ‘het ding zelf’. Het woord ‘dak’ is zelf geen dak; het is een verwijzing naar iets dat we ‘dak’ zijn gaan noemen. Het woord ‘stoel’ is zelf geen stoel; het is een verwijzing naar iets dat we ‘stoel’ zijn gaan noemen. Het woord ‘honger’ is zelf geen honger; het is een verwijzing naar een fysieke sensatie die we ‘honger’ zijn gaan noemen. Het woord ‘verdriet’ is zelf geen verdriet; het is een verwijzing naar een gevoel dat we onder de noemer ‘verdriet’ zijn gaan scharen.

Zeeën van woorden, oceanen van symbolen

Elk woord is een serie letters die verwijst naar iets dat bestaat in datgene wat wij de realiteit noemen. En wanneer we communiceren middels verwijzen naar, gaat er altijd iets verloren. Dat is onvermijdelijk. Er bestaan immers geen woorden die 100% exact overbrengen aan de ander wat wij precies bedoelen. Elk woord dat we uiten, is een verwijzing naar iets dat wij op dat moment willen communiceren en is aldus een symbool voor iets. En dat symbool moet door degene die onze woorden verneemt, worden geïnterpreteerd, geduid, om – enigszins – begrepen te kunnen worden.

We hebben het doorgaans niet in de gaten, zijn ons er vaak maar nauwelijks van bewust, maar communiceren middels woorden is een zeer complex proces waarin van alles mis kan gaan en het is eigenlijk bewonderenswaardig dat het ons vaak zowaar lúkt datgene over te brengen wat we willen overbrengen middels de woorden die we gebruiken. Er kan immers zó veel mis gaan wanneer we ons moeten behelpen met woorden die nooit een 100% accurate weergave kunnen zijn van wat we precies willen communiceren.

Degene die een woord uit, dient heel zorgvuldig het juiste ‘symbool’ (woord) te kiezen dat het beste de lading dekt van dat waarover hij/zij iets wil uiten. En welk woord ook gekozen wordt: het zal nooit een 100% volledige dekking geven. Om dat probleem te ondervangen, gaan we vaak op zoek naar ‘extra woorden’, die hopelijk beter duidelijk maken wat we wél precies bedoelen. In plaats van te verwijzen naar slechts een ‘dak’, kunnen we het dan bijvoorbeeld hebben over een ‘rood, spits, langwerpig dak’: door extra woorden toe te voegen die elk op hun beurt weer naar specifieke dingen of aspecten verwijzen, hopen we zo goed mogelijk over te brengen waar we nou eigenlijk precies aan refereren. En hoewel dit kan helpen om de ontvanger van onze woorden beter in staat te stellen in te zoomen op wat we nou precies bedoelen, is het een feit dat we op die manier steeds méér woorden nodig hebben om ‘duidelijk’ te zijn – steeds méér woorden, steeds méér symbolen die allemaal weer geïnterpreteerd moeten worden. We zwemmen in zeeën van woorden, oceanen van symbolen, en hebben een monnikenwerk te verrichten om te voorkomen dat we elkaar gaandeweg onze communicatie steeds mínder goed gaan begrijpen.

Communicatie of krommunicatie?

In elke fase van het woordelijke communicatieproces is er is heel veel ruimte voor ‘ruis’, een verstoring van de boodschap die we willen overbrengen. Er kan in woordelijke communicatie van alles misgaan waardoor communicatie tot ‘krommunicatie’ verwordt: een ‘kromme’ communicatie die de plank misslaat, die niet in staat is over te brengen wat we wílden overbrengen en die met een beetje pech leidt tot onbegrip en afstand, in plaats van tot begrip en aaneengeslotenheid.

Bijgaande afbeelding laat zien hoe een communicatieproces in de basis in elkaar zit:
er is een zender, een boodschap die middels een bepaald kanaal (medium) wordt gecommuniceerd, en een ontvanger. En bij elk van deze elementen kan er ruis optreden: een verstoring die ertoe leidt dat de boodschap ánders wordt geïnterpreteerd dan de zender het bedoelde. Sterker nog, bij elk element zál er enige mate van ruis optreden, simpelweg omdat dat niet anders kan. De ‘zender’ en de ‘ontvanger’ zijn immers mensen, hetgeen per definitief een mate van subjectiviteit in de communicatie brengt, en de woorden die gebruikt worden zijn symbolen die per definitie geen ‘ding op zich’ zijn maar een verwijzing náár iets zijn.

Elke zender moet uit de zee van woorden die tot zijn beschikking staat, precies dié woorden zien te kiezen die als symbool het méést de lading dekken van dat wat de zender wil overbrengen. Maar zoals eerder al gesteld: welk woord hij ook kiest, het zal nooit een 100% correcte weergave zijn van dat waar de zender aan refereert. Zo bezien start elke communicatie dus al met een bepaalde mate van ruis, waarbij in elk geval een deel van dat wat de zender eigenlijk wil communiceren al verloren gaat.

Aan de ontvanger van de boodschap vervolgens de schone taak dat wat gecommuniceerd is zo correct mogelijk te duiden, te interpreteren. En dat kan de ontvanger alléén maar doen door gebruik te maken van de eigen, strikt persoonlijke, ‘database’ aan informatie waarover híj beschikt. Elke interpretatie die we maken, kunnen we alleen maken aan de hand van de informatie die wíj in ons dragen. Wanneer we het woord ‘dak’ vernemen, vormt zich in ons een beeld van wat wíj onder ‘dak’ verstaan. Wanneer we het woord ‘verdriet’ vernemen, duiden we dat als het gevoel dat wíj hebben wanneer we in een staat van zijn verkeren die we als ‘verdriet’ zijn gaan labelen. Maar het is helemaal niet gezegd dat ónze interpretatie, onze ‘decodering van de boodschap’, overeenkomt met wat de zender van de boodschap beoogde te verzenden… Ook als ontvanger van een gecommuniceerde boodschap zijn we niet vrij van de inbreng van ruis in het geheel; ook óns aandeel in de communicatie kan niet anders dan garant staan voor een bepaalde mate van ruis.

De interpretaties die we maken bij het tot ons nemen van woorden, kunnen niet anders dan zeer persoonlijk zijn – zeer subjectief, enorm gekleurd door hoe wíj de wereld, en de wereld van woorden, kennen en door de strikt persoonlijke ‘symbolencatalogus’ die óns ter beschikking staat.

En dan hebben we nog te stellen met de invloed van het ‘kanaal’ dat we kiezen voor het overbrengen van onze woordelijke boodschap. Kiezen we voor het geschreven woord, of voor het gesproken woord? Besluiten we te mailen, te appen, te bellen, te videobellen of elkaar te spreken in fysieke nabijheid? Elk specifiek ‘kanaal’ heeft een invloed op het effect dat onze communicatie zal sorteren en elk specifiek kanaal kent een specifieke ‘ruisfactor’. Daar staan we vaak niet bij stil, maar het is een goede gewoonte je hier wél bewust van te zijn.

Als je bovenstaande informatie goed tot je door hebt laten dringen, is je nu duidelijk dat élke communicatie die plaatsvindt een enorm risico op mis-communicatie en mis-interpretatie met zich meebrengt en dat we er nooit van uit zouden moeten gaan dat wat wij beogen te communiceren, ook als zodanig ontvangen wordt.

Zorgvuldig omgaan met communicatie behelst veel méér dan alleen maar respectvol tegen elkaar praten, geen kwetsende woorden gebruiken en de ander in zijn/haar waarde laten. Zorgvuldig omgaan met communicatie betekent ook oog hebben voor de dingen die zojuist benoemd zijn en je verantwoordelijkheid dragen voor jouw aandeel in de complexe processen die we ‘communicatie’ noemen. Het vraagt ons bewust te zijn van de woorden die we kiezen, de manco’s die dat met zich meebrengt, de subjectiviteit van onze interne referentiesystemen, de per definitie subjectieve positie van de ontvanger van onze communicatie én de invloed van de kanalen die we kiezen om te communiceren.

Kies je kanaal met zorg, om onnodige ruis te voorkomen

Ten aanzien van het kanaal dat we kiezen om te communiceren geldt natuurlijk dat een ‘onrustig’ kanaal zal bijdragen aan onrust in de communicatie, hetgeen de kans op ruis enorm vergroot. Met iemand videobellen terwijl er een hoop kabaal op de achtergrond aanwezig is en er met regelmaat andere mensen door het beeld heen lopen, is niet behulpzaam wanneer we onnodige ‘ruis’ willen voorkomen – noch voor de zender, noch voor de ontvanger.

Maar dat soort externe factoren zijn niet de enige dingen die ‘onnodige ruis’ in de communicatie kunnen brengen. Onnodige ruis kan ook ontstaan wanneer we simpelweg niet het kanaal kiezen dat zich het beste leent voor datgene wat we willen overbrengen. Niet elk kanaal is evengoed in staat over te brengen wat we willen overbrengen. En ‘ruis’ komt in vele vormen – vaak heel anders dan je zou denken.
Om duidelijk te maken wat ik hiermee bedoel, wil ik je vragen onderstaande gekleurde zin héél goed tot je door te laten dringen. Het is een essentieel gegeven in communicatieland, waar elke communicatie-deskundige van op de hoogte is:

Het effect van jouw communicatie wordt grotendeels bepaald
NIET door je woorden, maar door heel andere zaken.

Wij, wereldburgers die rondlopen in een ‘wereld van woorden’, zijn zó enorm aan woorden gaan hangen dat we goeddeels vergeten zijn dat woorden slechts een déél zijn van de vele manieren waarop we communiceren en dingen overbrengen aan anderen. De kans is groot dat jij bij het horen van de term ‘persoonlijke communicatie’ vrijwel direct denkt aan woorden, aan taal, aan tekst: aan die dingen die wij een heel belangrijke plek hebben toegekend in ons leven en waarmee we zo veel informatie uitwisselen, elke dag weer.

Maar het is een feit dat woorden slechts 7 % (!) uitmaken van elke interpersoonlijke communicatie die plaatsvindt.

Wat in een communicatieproces bepalend is voor hoe onze communicatie overkomt op een ander, wordt voor meer dan de helft (55%) bepaald door onze lichaamstaal (beweging, houding, mimiek) en wordt voor 38% bepaald door ons stemgebruik, de toon van onze stem, het spreektempo dat we hanteren en de pauzes die we laten vallen. De woorden die we gebruiken, zijn slechts voor 7% bepalend voor de boodschap die we uitdragen.

Wil je zo goed mogelijk begrepen worden, met zo min mogelijk ruis, dan is het dus raadzaam een kanaal te kiezen waarin je zoveel mogelijk ‘je hele zelf’ kunt meenemen in het communicatieproces. Zodat de ontvanger van je boodschap veel beter in staat is te ‘ontvangen’ wat jij beoogt te communiceren, doordat hij/zij ook je stem hoort, je lichaamstaal ziet, en op die wijze allerlei ‘clues’ krijgt die veel beter duidelijk maken wat je precies bedoelt dan alleen woorden kunnen doen.

Wanneer we kiezen voor een kanaal dat slechts uit woorden bestaat, zal de ontvanger van de boodschap helemaal zélf moeten invullen hoe wij de boodschap waarschijnlijk bedoeld hebben. En zoals ik hierboven al aangaf: aan zo’n ‘invullingproces’ zitten enorm veel haken en ogen.
Wanneer de ontvanger van onze boodschap ons echter ook kan hóren en bij voorkeur ook kan zién, ontvangt de ontvanger tegelijk met de woorden ook een heleboel andere informatie die hem/haar enorm zal helpen de boodschap op de ‘juiste’ manier te interpreteren, te duiden, te decoderen, te ‘plaatsen’. Wanneer je iemands stem hoort, kun je horen en voelen hoe iemand iets (waarschijnlijk) wel of niet bedoelt. Wanneer je iemands mimiek ziet, een lichaamshouding waarneemt, de trekken in het gezicht ziet, spierspanningen opmerkt en in de ogen kunt kijken, kun je zien en voelen hoe iemand iets (waarschijnlijk) wel of niet bedoelt. Dit alles helpt enorm bij het realiseren van een zo transparant en ruis-vrij mogelijk communicatieproces. De aanwezigheid van ‘beeld’ en ‘stem’ in communicatieprocessen maakt een verschil dat werkelijk immens is.

Gun de ander – en jezelf – op zijn minst je stem

Ik vertel het de mensen die ervoor gekozen hebben met mij samen te werken aan hun processen van persoonlijke groei en ontwikkeling al vele jaren: voeg, als het ook maar enigszins mogelijk is, altijd op zijn minst je stem toe aan je persoonlijke communicatie met anderen. Zodat de ander beter kan begrijpen ‘waar je zit’ en vanaf welke ‘plek’, vanuit welke staat van zijn, voelen of beleven, de woorden worden geuit die je uit.

We zijn allemaal ontzettend gewend geraakt aan het communiceren per geschreven tekst, in vroeger tijden per brief, later per e-mail, vervolgens per sms en inmiddels per Messenger, WhatsApp en korte ‘posts’ her en der online, vaak gereduceerd tot slechts een aantal korte woorden of zelfs alleen nog maar een aantal emoji’s. En hoewel het kan soms heel efficiënt kan zijn ‘even snel’ op één van die manieren iets te communiceren, is het een feit dat de kans op miscommunicatie hand in hand toeneemt met de mate waarin we onze communicatie meer reduceren tot ‘platgeslagen woorden’ die slechts een fractie overbrengen van alles wat overgebracht zou moéten worden om goed begrepen te kunnen worden door de ontvanger.

Hoe ‘platter’ de communicatie, hoe groter de kans op miscommunicatie.

En hoe ‘sneller’ het kanaal, hoe sneller er misverstanden kunnen ontstaan – doordat we té snel ageren en reageren, doorgaans zonder rustig even de tijd te nemen zorgvuldig na te denken over wat en hoe we zelf communiceren en hoe dat kan overkomen op een ander en vaak ook zonder de moeite te nemen de ander te vragen hoe hij of zij iets bedoelde met de ‘platte’ communicatie die ons bereikte.

Ik spreek voor mijn werk wekelijks vele tientallen mensen en spreek de laatste jaren bij de vleet mensen die in een vervelend conflict terecht zijn gekomen (met hun partner, een vriend of vriendin, een familielid of een collega) doordat er ‘iets misging’ in geschreven communicatie – vrijwel altijd in online communicatie en in de meeste gevallen in communicatie per Messenger of WhatsApp. De berichtjes en emoji’s vliegen in dat soort scenario’s veelvuldig over en weer, in een rap tempo, en hand in hand daarmee vliegen ook de invullingen, de aannames en impulsieve uitingen van puur reactionair gedrag over en weer. Met vaak desastreuze gevolgen die niet zo 1-2-3 weer even recht te zetten zijn. Want er wordt véél gezonden, gestuurd, afgevuurd, ingevuld, aangenomen, anders geïnterpreteerd dan het bedoeld was, in vaak heel korte tijd. En voordat je het weet is een situatie van pais en vree dan opeens compleet geëscaleerd tot een ronduit dramatische situatie waarin er alleen maar verliezers zijn en de beelden die mensen van elkaar hebben enorm beschadigd zijn.

Wanneer ik aan het eind van mijn werkweek de balans opmaak van wat ik dan weer allemaal vernomen heb op het vlak van dit soort escalaties, weet ik soms niet waar ik méér van onder de indruk ben: van de mate waarin communicatie tegenwoordig, middels de huidige kanalen waar mensen massaal gebruik van maken, in no time tot krommunicatie verwordt, of van de bizarre snelheid waarmee dat gebeurt.

Wat ik wel weet, is dat kanalen als WhatsApp, Messenger en wat dies meer zij de slechtste kanalen zijn die je kunt kiezen als je zorgvuldigheid, transparantie en zo min mogelijk ruis in je communicatieprocessen wilt ervaren. En toch zijn juist dié kanalen de kanalen waar mensen massaal naar grijpen, omdat het ‘zo lekker snel’ is en werkt en je ‘even snel’ kan laten weten dat je aan iemand denkt, of ‘even snel’ je behoefte aan verbinding kunt bevredigen.

Mijn advies, altijd al en nu eens te meer: kies niet voor ‘lekker snel’, maar kies voor kwaliteit en zo min mogelijk ruis. Kies voor een kanaal dat je in staat stelt zo veel mogelijk ‘je hele zelf’ in de communicatie mee te nemen: in elk geval ook je stem, en als het enigszins kan ook je lichaamstaal.
Kies voor videobellen, in plaats van voor ‘snelle appjes’ en ‘snelle emoji’s’. Naast het feit dat je het risico op miscommunicatie op die manier enorm reduceert, zul je ook ervaren dat je veel meer wérkelijke verbinding kunt voelen wanneer je met iemand videobelt dan een hele serie emoji’s van of aan die persoon je ooit kan doen voelen. Zoals communicatie slechts voor een heel klein deel kan worden toegeschreven aan de woorden die we gebruiken, zo stoelt ook het kunnen voelen van verbinding voor slechts een heel klein deel op woorden (of emoji’s) die we gebruiken. En als videobellen niet tot de mogelijkheden behoort, geef dan in elk geval bellen de voorkeur boven ‘snelle tekst-uitwisselingen’. Gun het jezelf en de ander jullie stemmen mee te nemen in de communicatie. Hóren hoe de ander iets uitspreekt, helpt enorm bij het correct interpreteren van de woorden die worden uitgesproken. En als iets dan evengoed nog niet helemaal duidelijk is: vráág naar meer duidelijkheid. Práát met elkaar – en niet slechts tegen elkaar. Ga de interactie aan en laat jezelf zien, ook als dat alleen in figuurlijke zin kan.

Voor succesvolle communicatie zijn twee partijen nodig die elk hun uiterste best doen zo goed en transparant mogelijk een boodschap over te brengen, zo zorgvuldig en ruisvrij mogelijk te communiceren, zo zorgvuldig mogelijk te luisteren naar de ander en feedback en opheldering de voorkeur te geven boven invullingen en aannames. Dat is allemaal helemaal niet zo makkelijk. Maar wel alleszins de moeite waard. En het staat of valt allemaal met een bereidheid je werkelijk te verbinden met de ander, écht te willen weten wat die ander bedoelt en werkelijke interesse te tonen.

We kunnen zo goed communiceren als in ons vermogen ligt, en we kunnen zo slecht communiceren als in ons vermogen ligt. Aan ons de keuze waar we voor willen gaan, hoe zorgvuldig we met onze communicatie met anderen om willen gaan en op welke manieren we onze communicatie ‘handen en voeten’ willen geven. Maar weet: woorden zijn per definitie gebrekkige hulpmiddelen om uiting te geven aan wat we écht bedoelen en werkelijk willen overbrengen en de klank van jouw stem zal altijd vele malen meer zeggen dan duizend woorden ooit kunnen overbrengen…

Kies en handel zorgvuldig.
Kies en handel wijs.
En laat je stem horen – heel letterlijk.

☼ © Sharon Kersten, 02-04-2020

Translate »
error: Content is protected !!

Deze website maakt gebruik van cookies. Door gebruik te maken van deze website ga je hiermee akkoord. Meer informatie

Deze website maakt gebruik van essentiële cookies die als doel hebben de website goed te laten functioneren en van eenvoudige cookies die je in staat stellen de content van deze website te delen via een aantal social media platformen. Deze website maakt géén gebruik van cookies die aan advertenties of gerichte tracking-doeleinden gerelateerd zijn. Meer informatie over cookies en de bepalingen die daarover middels de Cookiewet zijn vastgelegd vind je op de pagina 'Cookieverklaring', te bereiken via de hyperlink 'Cookieverklaring' onderaan deze webpagina. Meer informatie over het cookie-gebruik van www.sharonkersten.com en de redenen daarvan vind je in de privacyverklaring, te bereiken via de hyperlink 'Privacyverklaring' onderaan deze webpagina. Door verder te navigeren op c.q. gebruik te maken van deze website ga je akkoord met het cookie-gebruik van www.sharonkersten.com. Als je niet akkoord bent met het cookie-gebruik van deze website word je vriendelijk verzocht geen gebruik te maken van deze website.

Sluiten