Uiteindelijk spelen we allemaal dezelfde wedstrijd, vaak vele decennia lang: de wedstrijd om gezien te worden… erkend te worden… voor wat we kunnen, maar vooral: voor wie we zijn.
“Kijk dan!”
“Zié mij dan!”
“Zié eens wie ik ben – en hoe graag ik juist door jou gezien wil worden en erkend wil worden zoals ik ben.”
Het is de wedstrijd waarvan de inzet erkenning is. De wedstrijd die al begon in onze kinderjaren en die we vervolgens nog héél lang en vaak spelen, bewust, minder bewust of onbewust, soms te pas en te onpas, vaak met de mensen die ons het meest dierbaar zijn.
Het is de wedstrijd die we telkens weer aangaan met anderen, waarbij er in veel gevallen uiteindelijk alleen maar verliezers zijn. De wedstrijd “die je niet winnen kan… en het gaat maar tegen één man”, zoals Bram Vermeulen zong.
Pas wanneer we inzien dat we deze wedstrijd steeds weer opnieuw pogen uit te spelen tegen iemand búiten onszelf en dat deze per definitie niet gewonnen kan worden omdat een ander ons nooit kán zien en erkennen zoals wij ten diepste graag gezien en erkend willen worden, kunnen we onze verwoede pogingen om de wedstrijd te winnen, gaan staken.
Pas wanneer we onszelf het ‘zien’ en de erkenning gaan geven waar we zo naar snakken, kunnen we stoppen met de wedstrijd die nooit gewonnen kan worden – die wedstrijd tegen maar één man (of vrouw), die helemaal niet ‘gewonnen’ hoeft te worden, maar gestaakt en afgelast mag worden…
Het lied ‘De Wedstrijd’ van Bram Vermeulen vind je hier.
☼ © Sharon Kersten, 27-08-2020